Algemene Informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

  • 13 juni 2012

Samenvatting

Bij valavond kleurt de top van een heuvel onder magische lichtflitsen.  Merlijn en Kerwyn zijn verwikkeld in een magiërsduel.  Kerwyn voelt zich onoverwinnelijk dankzij een magische ring die hij van de elfen heeft buitgemaakt.  Een krachtige ontlading van Merlijns toverstaf maakt de kwaadaardige magiër echter al snel duidelijk dat Koning Arthurs raadsman zijn meerdere is en kiest het hazenpad.  Tot Merlijns verwondering verdwijnt zijn tegenstander als bij toverslag.  Vol vragen keert Merlijn zich om en trekt naar de herberg waar hij een afspraak heeft met de Rode Ridder.

De volgende dag trekt Johan naar de heuvel waar het magische duel plaatsvond.  Merlijn rekent immers op zijn speurneus om Kerwyn op het spoor te komen.  Onderweg wordt hij echter overvallen door een roversbende.  Johan verweert zich heftig.  In het heetst van de strijd bemerkt hij echter niet de helling naast hem en valt enkele meters lager in het gras.  De overgebleven rovers ruiken hun kans op een memorabele overwinning en snellen toe.  Tot hun verbazing blijkt de Rode Ridder verdwenen te zijn.  Ontgoocheld trekken ze terug naar de plaats van hun hinderlaag om hun volgend slachtoffer op te wachten.

Even later komt Johan bij.  Hij wordt begroet door drie elfen: prinses Gwijn, Afarnach en Pargur.  Wanneer hij opmerkt dat hij zich elfen toch kleiner had voorgesteld, moet hij plotseling vaststellen dat zelf verkleind is; zelfs het gras is hoger dan hem.  Afarnach, Gwijns raadgever, besluit het Boek van Voorspellingen en Openbaringen te raadplegen.  Een snelle lezing van het boek maakt duidelijk dat Johan is verkleind doordat hij zijn hoofd stootte in tegen de Steen der Noden.  Het boek voorspelt dat in een tijd van grote nood een held naar hun wereld zal komen om de dingen recht te zetten.  Pas wanneer hij zijn grote heldendaad heeft verricht kan hij terugkeren naar zijn wereld.

Johan wordt door het drietal snel ingelicht over de toestand in het elfenrijk:  prinses Gwijn en haar twee gezellen worden gezocht door een boosaardige tovenaar die korte tijd ervoren in het land arriveerde.  Daarnaast zijn ze zelf op zoek naar Gwijns vader, de elfenkoning, die door deze tovenaar werd ontvoerd.  De tovenaar heeft zich met zijn slachtoffer vermoedelijk teruggetrokken in het Oud Kasteel der Bomen in het Grote Dal.  Samen besluiten ze de tocht te wagen en Gwijns vader te redden.

Onderweg komen ze echter een paar keer soldaten van de Duistere Elfen, elfen die zich hebben aangesloten bij de duistere tovenaar, tegen.  Het kleine viertal verweert zich dapper en bemerkt dat sommige Duistere Elfen bij toverslag verdwijnen wanneer ze worden overmeesterd.  Blijkbaar heeft de tovenaar minder volgelingen dan hij zou willen en grijpt hij zijn krachten aan om meer soldaten te creëren.  Tijdens één van het gevecht krijgt Afarnach plots een onaangenaam probleem: zijn riem raakte beschadigd en zijn te grote broek bemoeilijkt zijn tocht.  Met tegenzin staat Pargur zijn eigen, nieuwe riem af, zodat Gwijns raadgever uit nood geholpen is.

Na een lange tocht bereiken ze eindelijk het Grote Dal.  Te midden van een cirkel menhirs zien ze een –voor hun- reusachtige boom oprijzen.  Helemaal bovenaan prijkt het Oud Kasteel der Bomen.  In stilte naderen ze het vanuit de diepte.  Onderweg worden enkele wachtposten van Duistere Elfen onschadelijk gemaakt, maar het kasteel op zich lijkt er vrij verlaten bij te liggen.  Johan vermoedt een hinderlaag.

Plots merkt Gwijn haar vastgebonden vader op en snelt naar hem toe.  Onmiddellijk komen Duistere Elfen tussenbeide en nemen haar gevangen.  Boos komt een –eveneens verkleinde- Kerwyn tevoorschijn en schelt zijn elfenstrijders de huid vol.  Ze hadden moeten wachten tot ook Gwijns bondgenoten in waren alvorens tevoorschijn te komen.  Kerwyn eist de elfenring terug.  In het gevecht met Merlijn zag hij enkel kans om te ontsnappen door zich met de krachten van de elfenring te verkleinen, maar hierbij verloor hij echter dit magische sieraad.  Eén van de elfen van de elfenkoning kon het echter weer buit maken.

Na een korte marteling geven de elfenkoning en prinses Gwijn zich gewonnen en geven het geheim van de ring prijs: de ring is onvindbaar omdat hij eender welke vorm kan aannemen.  Slechts het gezang van Gwijn kan de ring terug zijn normale vorm geven; als hij in de buurt is.

Intussen vochten Johan, Afarnach en Pargur in een ander deel van het kasteel tegen de Duistere Elfen.  Wanneer ze de gemartelde Gwijn hoorden roepen, snelden ze toe.  Wanneer ze echter dichterbij komen, is Gwijn haar lied reeds beginnen zingen.  Tot Afarnachs verrassing valt zijn broek opnieuw op zijn hielen.  Terwijl zijn riem over de grond stuitert, neemt hij langzaam weer zijn gewone vorm aan: de elfenring!

Wanneer de transformatie voltooid is, botst hij tot vlak aan Kerwyns voeten.  Ondanks moedig verzet van Afarnach en Pargur grijpt de tovenaar de ring en wil zijn krachten aanwenden om terug zijn normale gestalte aan te nemen.  Johan bemerkt het gevaar en werpt zich zonder aarzelen op de magiër.  Johans vaart sleurt Kerwyn door de buitenmuur van het kasteel.  Terwijl beide mannen vallen groeien ze opnieuw.  In hun oorspronkelijke grootte vallen Johan en Kerwyn op de grond naast het boompje waarin het Oud Kasteel der Bomen staat.
Kerwyn grijpt snel naar de elfenring die hij opnieuw uit zijn bezit zit rollen, maar twee andere oude handen zijn hem te snel af.  Merlijn, heeft het spoor van de Rode Ridder gevolgd en raapt de ring vlak voor zijn tweelingbroer op.  De raadgever van Koning Arthur neemt Kerwyn gevangen en geeft de elfenkoning zijn magisch eigendom terug.  Terwijl Johan en Merlijn het elfenrijk verlaten bereiden prinses Gwijn, Afarnach en Pargur een groot feest voor om de redding van het elfenrijk te vieren.

 

Net als in ‘Duivelsmist’ gaat Claus met de Rode Ridder de fantasy-toer op.  Helaas bewijst hij ook met dit album dat hij enkele essentiële momenten in de reeks niet correct weet te situeren.  De sterke start, een knapste mix van actie en magie die de reeks ooit gekend heeft, wordt hierdoor helaas overschaduwd, want elke oudere fan weet immers dat Merlijn nooit zijn mysterieuze tegenstander kende.  Daarnaast kent het verhaal ook enkele humorfragmenten die jammer genoeg niet zo overkomen.

Op tekenvlak worden we voor de zoveelste keer op rij door Claus verwend.  Vaak gedetailleerd, op andere plaatsen doelbewust en correct de achtergrond achterwege gelaten; kortom al men wensen kan.  De verhoudingen die soms niet kloppen en de niets zeggende (maar verder ontzettende mooie) kaderranden vanaf band 25 nemen we er graag bij.

We onthouden een met magische vonken knetterend begin, subliem tekenwerk en licht verteerbare fantasy.  Laat het foutief gemanoeuvreer tussen voorgaande albums en de zinloze humor achterwege en we kijken graag uit naar het volgende album van Claus!

Verhaalonderdelen

Personages

Volkeren

Locaties

Voorwerpen