Algemene Informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

  • 9 september 2015

Samenvatting

Na Demoniahs dodendans verlaat Merlijn de streek en keert huiswaarts. Johan besluit te blijven omdat de plaatselijke dienstmeid Melinda zijn interesse heeft opgewekt. Op weg naar haar herberg botst hij echter op graaf Lagriffe die samen met zijn soldaten de onfortuinlijke goudzoekers Guido en Gianni heeft gevangen genomen. De graaf beschuldigt hen van diefstal, omdat ze een schat opgroeven uit een ruïne dat van rechtswege zijn eigendom is. Hij zal de dag erop zelf recht spreken.
Betwijfelend of de twee wel een eerlijk proces zullen krijgen, trekt Johan verder naar de herberg.

Melinda bevestigt Johans vermoeden: Lagriffe blijkt een op macht belust man te zijn die zelfs de inquisitie voor zijn kar weet te spannen om onschuldige, maar begunstigde, mensen als ketters te veroordelen, zodat hij hun bezittingen kan aanslaan.

De volgende dag trekt Johan vermomd in een oude mantel naar de burcht van Lagriffe om getuige te zijn van het schijnproces tegen Guido en Gianni. Ze worden veroordeeld tot ophaning de dag daarop. De plaatselijke inquisiteur, die reeds klaar zit om de volgende -van ketterij beschuldigde- gevangenen te aanhoren, noteert het vonnis.
In de raadzaal bemerkt de Rode Ridder dat drie andere aanwezigen zich eveneens in kapmantels gedeisd houden.

Terwijl hij zelf door Melinda in het oog wordt gehouden, besluit hij het drietal te volgen naar de plaatselijke kroeg. Wanneer ze in het duister terug naar het kasteel trekken, ontdekt Johan dat het de Furiën zijn die in het kasteel willen inbreken. De dames manen hem echter aan hen gerust te laten, omdat ze een bijzondere opdracht uitvoeren.
In de daarop volgende discussie worden Johan en de Furiën verrast door een patrouille van de graaf. Tijdens enkele korte schermutselingen wordt Johan neergeslagen. De drie Furiën weten te ontsnappen, maar één van hen verliest daarbij haar dolk.

De Rode Ridder ontwaakt in de cel met Guido en Gianni. Met een verborgen loper weet hij snel het slot van de cel te openen en samen met zijn twee lotgenoten ontsnapt hij uit het bouwsel.
Intussen dwalen de Furiën door het stadje rond de burcht. Melinda bemerkt hen. Ze spreekt hen aan, omdat ze zich zorgen maakt om Johan, waarop de dames besluiten terug naar het kasteel te trekken. Misschien kunnen ze nog zowel hun opdracht vervullen als de Rode Ridder bevrijden?

De opdracht van de Furiën blijkt het veroveren van 'de klauw' te zijn. Dit familiestuk van Lagriffe zou een relikwie van een oude heilige zijn en wordt in de privévertrekken van de graaf bewaard. Bij het binnengaan van zijn vertrekken, ontdekken ze het dode lichaam van de inquisiteur. De verloren dolk van de Furie zit nog in het lijk. Onmiddellijk bestormt de graaf het toneel van de door hemzelf in scene gezette moord en beschuldigt de dames. Omsingeld door soldaten moeten de Furiën zich overgeven en worden opgesloten in de kerkers.

Johan en zijn twee gezellen botsen intussen op de wachtende Melinda. Ze leidt hen naar een schuilplaats om de rest van de nacht door te brengen. Pas tegen de middag worden Johan, Guido en Gianni wakker. Melinda brengt het slechte nieuws dat de Furiën tijdens hun bevrijdingspoging zelf zijn opgepakt en dezelfde avond nog worden opgeknoopt.

In de late namiddag staan drie dames onder de galg. Elders op het plein staat een half dozijn van ketterij beschuldigden op een nog niet ontstoken brandstapel. Terwijl de graaf furieus de menigte toeschreeuwt, betreedt de Rode Ridder vermomd als oude biechtvader het schavot en weet discreet de boeien van de Furiën los te snijden. Wanneer hij zich onopvallend heeft weten terug te trekken om vanuit de luwte tussenbeide te kunnen komen, breekt voor graaf Lagriffe de hel los: als losgebroken duivelinnen overmeesteren de dames de beul en de dichts bijzijnde soldaten. Als ze ook de graaf zelf als gijzelaar hebben, lijken ze de situatie helemaal meester te zijn. Wanneer ze echter niet wegvluchten, maar zich met de graaf als gijzelaar in de doodlopende donjon terugtrekken, begrijpt de toekijkende Rode Ridder er niets meer van.
Langs de weergang slijpt hij zelf naar de donjon. Terwijl hij zelf met een entertouw de donjon beklimt om vandaar de vertrekken van de graaf te bereiken, dringen Guido en Gianni de kelders van het kasteel binnen op zoek naar hun ontnomen goudschat.

In de vertrekken van de graaf worden de Furiën intussen bespot door hun eigen gijzelaar. Het is intussen allen duidelijk dat de situatie in de doodlopende donjon uitzichtloos is. Toch weten ze het doel van hun oorspronkelijke opdracht te bereiken: de klauw! De dames zijn er van overtuigt dat het houten beeldje geen heilig relikwie bevat, maar de botten van een demon, waardoor de hele streek in verderf wordt gestort. Voor de graaf het kan verhinderen, wordt de klauw in het haardvuur geworpen en krijgen de dames hun gelijk: een duivelse hand verschijnt vantussen de brandende houtsblokken en grijpt de klauw.

Met Johans hulp slagen de dames er in om de donjon langs het raam te verlaten. Enkele ogenblikken later weten Lagriffes soldaten hun achtergelaten meester te bevrijden, die ze onmiddellijk aanspoort om zijn ontsnapte gevangenen te zoeken. Guido en Gianni hebben intussen onbewust voor de nodige afleiding gezorgd door een deel van hun teruggevonden goudschat op straat uit te strooien. Het volk grabbelt als bezeten. Wanneer Lagriffe de aanwezigen afdreigt en zijn schat terugeist, krijgt hij niet alleen de goudstukken, maar ook een gouden dolk toegeworpen. Een goedgemikte worp in de hals wordt de hebberige graaf fataal.

Na de van ketterij beschuldigde gevangenen van de brandstapel te hebben gered, ziet Johan nog niet de Furiën te paard vertrekken. Zich afvragend wat nu precies hun opdracht was, springt hij vliegensvlug op zijn paard en snelt hen in het duister van de intussen gevallen nacht achterna.
Bedenkelijk kijkt Melinda de Rode Ridder na. Wanneer de afstand voldoende groot is om onopvallend te achtervolgen, rijdt ook zij de duisternis tegemoet.

'Ik mag hem niet uit het oog verliezen...' klinkt het in haar hoofd.

Met 'Dodendans' hoopten velen dat Claus een lauw onthaald drieluik had afgesloten. Niet dus! In 'De klauw' breidt hij er rustig een vervolg aan en haalt er zelfs de nog meer verguisde Furiën uit de gelijknamige strip bij.

Toch slaagt hij er in om met het verhaal een bepaalde spanning op te wekken die me aanspoort om het verhaal verder te lezen. Een déjà-vu-vrees voor een koude douche op het einde zoals bij 'Dodendans' bekroop me meermaals.
Dit keer werkte Claus echter alleen met personages die hij zelf uitdacht en geen -voor hem- ongekende voorgeschiedenis hebben, waardoor de gevreesde ontgoocheling in de slot uitbleef.

De dreiging van de klauw - die zelf amper zes keer in beeld verscheen - mocht gerust dieper uitgewerkt worden. Het demonische relikwie zou verantwoordelijk zijn voor al het kwaad dat het land berokkend wordt. Hoewel Johan toch twee volle albums in deze streek aanwezig was, hebben van hiervan eigenlijk iets gemerkt. Vermoedelijk is dit het eerste album waarin Johan niet eens weet vanwaar de titel komt.

Op zich heeft deze strip echter wel een degelijk verhaal. Aan een meesterwerk zoals uit de topdagen van De Rode Ridder zijn we nog lang niet, maar het verhaal is alleszins niet meer wat ik absoluut niet wil in een Rode Ridderverhaal. Ik ergerde me zelfs niet aan de slottekst 'wordt vervolgd in een van de volgende albums'. Als hij met dit album een kentering maakt en terug kan keren naar het niveau van zijn debuutalbum, mag hij er nog maken.

Verwijzingen

Verhaalonderdelen

Personages

Locaties

Voorwerpen

Volkeren