François Sels werd geboren op 3 december 1942.

Hij studeerde Kunst te Antwerpen om aanvankelijk werk te vinden in een drukkerij.

Vanaf 1963 treedt hij als Frank Sels in loondienst van Studio Vandersteen.Zijn talent voor realistisch tekenwerk is voor Willy Vandersteen vrij vlug duidelijk en de jonge tekenaar komt in de tekenstudio te Kalmthout terecht waar het werk van Karel Verschuere deels verlicht door de inkting van Karl May en het tekenwerk van De Rode Ridder over te nemen.

Daarnaast levert Sels vanaf 1964 ook nog verscheidene eigen werken af.Aan de hand van scenario’s van Lorenzo Wadlin en zijn jeugdvriend Hugo Renaerts maakt hij een aantal strips voor de tijdschriften Ons Land en Ohee.Met strips als Mister Grizzly, Abraham Lincoln, De Ilias en Tall Bull specialiseert hij zich hoe langer hoe meer in historische verhalen en viking- en westernstrips.

Voor het tijdschrift ’t Kapoentje creëert hij tevens ‘Arkulleke’, ‘Bongo tegen de Kux Klan’, ‘Kleine Antilope’ en ‘ De avonturen van de Zeearend’.

Waar Verschuere een eerste periode van 15 albums beïnvloedde, verzorgt Frank Sels nu een volgende periode van 15 albums.Na enkele Griekse avonturen leidt hij Johan naar het Camolot van Koning Arthur om Johan een allereerste thuishaven te geven.Sels bleef aan De Rode Ridder werken; tot hij Studio Vandersteen in 1966 een eerste maal verliet.

Door zijn uitzonderlijk talent wordt Sels meegetrokken in een verhitte strijd tussen de kranten De Standaard en Het Volk.Het Volk, die kort ervoren, Marc Sleen naar haar concurrerende krant zag vertrekken, hoopte op een tegenzet en haalde op haar beurt Fank Sels binnen.Een succes werd het niet en het avontuur liep door Sels’ terugkeer naar de Vandersteenstal abrupt ten einde.

De teruggekeerde tekenaar werd in de Antwerpse Bessy-studio ondergebracht.Karel Verschuere zou het jaar daarom Vandersteen en hun gezamenlijk project ‘Bessy’ verlaten, waardoor Sels voor de tweede maal Verscheure opvolgde.Samen met Edgar Gastmans afleverde hij voor de Duitse uitgever Bastei?Verlag prachtig werk af.Door de immense populariteit van Bessy in Duitsland was de vraag enorm.Tussen Vandersteen en zijn twee tekenaars werd een productie van een Bessy per week afgesproken.

In 1969 besloot Sels om ook rechtstreeks voor Bastei-Verlag te werken.Het resultaat werd de westernreeks ‘Silberpfeil, der Junge Haüptling’.Aan Vandersteen, die uiteraard niet gelukkig was met deze evolutie, werd echter verzekerd dat het project geen invloed zou hebben op de al hoge productiedruk van Bessy.

Aanvankelijk werd Sels’ Silberpfeil gepubliceerd in weekblad Felix.Vanaf 1971 verscheen het in zijn eigen wekelijks stripblad.Datzelfde jaar richtte de tekenaar ook Studio Sels op.Aanhoudende onenigheden met Willy Vandersteen en het alsmaar groter worden van de eigen producties maakten dat het tot een tweede, definitieve breuk met Studio Vandersteen kwam.

Toch bleef er tussen beide studiobazen een vorm van respect hangen.Toen begin jaren zeventig Claus Scholz bij Vandersteen kwam aankloppen, stuurde deze hem door naar Studio Sels omdat hij zelf niet onmiddellijk een extra tekenaar nodig had.Sels vond in het Duitse striptalent al vlug een ideale partner, waardoor zijn Silberpfeil-reeks op de Duitse markt nog populairder werd dan voorheen.

Verder bood Sels’ studio onderdak aan Robert Wuyts, Eric De Rop, Jean Bosco Safari, Jan van Rooy en zijn eigen zoon Erwin Sels.Op zijn hoogtepunt slaagde Studio Sels er in niet minder dan 42 pagina’s per week af te leveren zonder dat er merkelijk aan kwaliteit werd ingeboet.Dankzij de hoge productie van zijn studio werd Frank Sels de productiefste striptekenaar van Europa genoemd.

Op de Belgische markt werd ‘Silberpfeil, der Junge Haüptling’ door stripmagazine Ohee als ‘Zilverpijl’ uitgebracht.In Duitsland liep de reeks tot 1986. Frank Sels stapte datzelfde jaar, op 19 december, uit het leven.