Toen de Zwarte Magiërs zich van de Wijzen van Bagdad afscheurden, stalen zij ook de de parel van Bagdad. Ze trokken zich terug in een versterkte burcht; ver in de woestijn in het gebied waar de aarde vuur spuwt. De burcht wordt bewaakt door vliegende slangen, reuzenschorpioenen en stenen reuzen, die het de aanvaller naast gevaren als honger, dorst en zonnehitte, extra lastig moeten maken. Omdat de Zwarte Magiërs nooit hadden gedacht dat er iemand voorbij deze monsters zou geraken, kon Johan de burcht langs de grote poort vrij betreden.