Artemis’ paleis is dankzij haar goddelijke krachten in de Siberische steppen gebouwd. Ze ontving er de mogelijke prooien voor haar goddelijke jacht en trachtte hen als laatste proef te verleiden.
Wanneer haar laatste gelovige stierf, kon ze haar eigen bestaan op aarde niet meer houden en verdween. Ook haar paleis, dat staande werd gehouden op haar goddelijke toverkracht, verliest alle steun. De aanwezige slaven hebben amper tijd om zich in veiligheid te begeven.
Dit paleis is gelegen in de Afrikaanse woestijn, het is een oase van pracht en praal, met zijn gouden koepels. Johan is er te gast en wordt er getrakteerd op allerlei lekkere dingen. Hij ondervindt al snel dat hij zich in een gouden kooi bevindt. De omliggende woestijn maakt het een regelrechte gevangenis, waaruit niemand kan ontsnappen.
De rijke hereboeren konden in de middeleeuwen hun hoeve versterken. Meestal met een houten omwalling. De Reigerhoeve beschikte over een stenen omwalling en was in die zin een super versterkte hoeve.
Johan is samen met Manders van de Reigershoeve en de heer van Kromberg te gast in de Tolnaerhoeve. Wanneer deze echter getroffen wordt door de Vuurgeest, wordt de Rode Ridder opgevangen op het slot van Kronberg. Wanneer Johan en de heer van Kronberg enkele dage later bij valavond te paard rondrijden bemerken ze dat ook de Reigershoeve in lichterlaaie staat. Manders overleeft de brand niet. Met zijn laatste krachten zegt hij dat het gevaar geweken en is. De Vuurgeest zou voor het laatst toegeslagen hebben.
Dit kasteel in de Vogezen werd bestuurd door Guy van Renardon en zijn vrouw Caresse. Ze baart er hun eerste en enige zoon Florent, maar sterft kort na de bevalling. Een dienstmeid die diezelfde nacht bevallen is, dient zich over het kind te ontfermen, maar ze verwisselt beide baby's. Ze vlucht met de rechtmatige opvolger weg.
Wanneer Florent achttien jaar samen met de Rode Ridder naar het slot terugkeren om zijn erfenis op te eisen, wordt er beneden het kasteel net een toernooi gehouden voor de ridderslag van Gaspard, die gedurende al die jaren in zijn plaats als erfgenaam is opgegroeid.
Dit prachtige kasteel met valbrug en de omliggende wouden behoort toe aan de heer van Reynhorst. De burcht heeft minstens één klimop.
Dit rijk is een klein paradijs. Het is de woonplaats van een dwergvolk, en hun goede fee, Galaxa. Even zijn Galaxa en Johan hier de gelukkigste zielen die er bestaan. Echter, Gorgontar was niet de laatste beproeving. Galaxa weet het rijk te verdedigen, maar betaalt er een enorme prijs voor.
In het Rijnland begint Johans mysterieuze avontuur met De Zilveren Adelaar. Johan is met twee landgenoten, Berthold van Damburg en Erik van Ravensteen, afgereisd om deel te nemen aan een groot steekspel. Na verscheidene proeven komt het drietal in aanmerking voor de eindkamp.
Wanneer een onverwachte uitdaging echter een noodlottig einde kent, verlaten ze de stad. In de hoop meer te weten te komen over de Zilveren Adelaar volgen ze de boorden van de Rijn. Uiteindelijk bereiken ze op een avond een herberg waar zich een troubadour aanbiedt die voor hen de ballade van de Zilveren Adelaar wil zingen.
In het Rijnland begint Johans mysterieuze avontuur met De Zilveren Adelaar. Johan is met twee landgenoten, Berthold van Damburg en Erik van Ravensteen, afgereisd om deel te nemen aan een groot steekspel. Na verscheidene proeven komt het drietal in aanmerking voor de eindkamp.
Wanneer een onverwachte uitdaging echter een noodlottig einde kent, verlaten ze de stad. In de hoop meer te weten te komen over de Zilveren Adelaar volgen ze de boorden van de Rijn. Uiteindelijk bereiken ze op een avond een herberg waar zich een troubadour aanbiedt die voor hen de ballade van de Zilveren Adelaar wil zingen.
Nadat Tolnaer en Kerstian zijn woning hebben platgebrand trekt Kerstian de alchemist zich terug in de ondergrondse gewelven van een ruïne in het woud. Daar ontwikkelt hij het ultieme wapen voor zijn wraak: de vuurmantel.
Deze Ruïne is de laatste getuige van een zeer welvarende streek. Een streek die door onheil geteisterd wordt en zijn verdedigers kwijt is. Enkel de laatste erfgename, Solita, Irma de keukenmeid en twee soldeniers hebben er hun thuis. Herhaaldelijke plundertochten van Kogorka en Alidiah geholpen door hun monsterlijke schepsels hebben de inwoners van de streek op de vlucht gejaagd. Wanneer Kalidiah en Kogorka uiteindelijk door Johan en Solita verslagen worden kan er weer aan de heropbouw gedacht worden. Een leven zonder terreur van de zeeduivel.
Op weg naar London vond Johan een slaapplaats in een verlaten ruïne. Tot zijn verwondering hoorde hij er een complot af: een valse gids zou Lancelot naar de ruïne lokken, zodat de ridder zou overgeleverd zijn aan een grote menigte. Johan besloot de Ronde Tafelridder te verwittigen. Toen de valse gids terugkeerde zonder Lancelot werd hij zelf in de ruïne vermoord.
Kerstians woning staat aan de rand van een Brabants dorp. Met de hulp van enkele rabauwen werd het huis door Tolnaer en Manders platgebrand, zodat deze zich zijn gronden konden toe-eigenen. Kerstian was afwezig, maar zijn vrouw kwam om in de brand. Negentien jaar later passeert Johan de restanten van het huis en bemerkt een zonderling in een kapmantel. Later zal blijken dat die Kerstian was die intussen een vuurmantel ontwikkeld heeft om wraak te nemen op de brandstichters.
De vuurmantel komt echter in handen van Klaus, de hoofdman van de rabauwen in de Verboden Wijk. Hij geeft zich uit voor Vuurgeest en perst zo de mensen uit. Als ze niet willen dat hun huis in vlammen opgaat, moeten ze een grote som geld afdragen. De overdracht van het geld gebeurt eveneens in deze ruïne.
Niet meer dan een ruïne bleef er over van deze eens zo trotse burcht. Hiordis, de kasteelvrouwe zelf stak haar burcht in brand alvorens ze wegvluchtte. Op die manier veinsde ze haar dood, en kon ze rustig haar wraak jegens de heren van Kamroen op punt stellen.
Het kasteel Wolvensteen lag in het noorden van Garwins gouw. Omdat de Zeven aasden op het domein rond dit kasteel, werd de kasteelheer ver buiten zijn domein vermoord en de burcht in brand gestoken. Slechts dankzij de hulp van Gonda de heks konden de kasteeldame Anges en haar dochter Karin uit de vlammenzee ontsnappen.
Cinric koos dit stuk land uit als terrein voor zijn duel met Heer Codrick. Het oneffen en losse gesteente, riet en dicht struikgewas boodden ideale kansen om de sterke, maar loggere woesteling te jennen.