Solveig, de vertrouwelingen van Koning Horak, verbleef in een grot waar ze ook de gegeerde gouden appel en de hoorn van Horak bewaarde. Hoewel er ook veiligere weg naar de grot is, moesten de mogelijke troonsopvolgers van Horak hun dapperheid en wijsheid bewijzen door de tocht langs de bergen en de Verborgen Wouden te nemen.
Soveig werd echter uit haar verblijfplaats ontvoerd door de verrader Gorm voordat de dapper Tanjar haar kon bereiken.
Ondanks de waarschuwing van Manders volgt Greetje een oude bedelaar vanop de markt. Ongewild lokt de man Greetje mee in de Verboden Wijk, waar de rabauwen van Klaus de skepter zwaaien. Slechts de tussenkomt van de Rode Ridder kan Greetje uit de handen van het gespuis redden.
Gelegen op een tropisch eiland, afgeschermd van de buitenwereld door een bergketen. De enige ingang tot de vallei is een grot die uitkomt in een ravijn. In deze verborgen vallei leven de Mellivora’s, een rendiersoort met vleugels. Zofar laat de ingang van de vallei instorten, zodat deze tot op de dag van vandaag nog niet teruggevonden werd.
De gevaarlijke tocht op weg naar de verblijfplaats van Solveig leidt Johan en Tanjar doorheen de Verborgen Wouden. Deze wouden, die vlak achter de bergpas van de Kobolden liggen, zijn het domein van de Berserkers.
De wouden worden ook de 'Verboden Wouden' genoemd.
Wanneer Wando en zijn twee metgezellen Iudith ontvoerden voor wat vermaak, trokken ze zich terug in een verlaten schuur buiten het dorp. Johan, die de achtervolging inzette, bemerkte hun paarden voor de schuur en was net op tijd om tussenbeide te komen.
Gelegen op de weg van Sussex naar de kust vormt deze versterkte hoeve het toneel van enkele tragische gebeurtenissen. De vrouwe lokt Johan in opdracht van de heer van Warwack in een hinderlaag waruit onze held gelukkig weet te ontsnappen.
Johan en Lancelot brachten de verloofde van Koning Arthur zonder kleerscheuren naar Camelot, maar kregen enkele keren onverwachte hulp van bondgenoten die hun identiteit achter een kapmantel of zwarte masker verborgen hielden. Na het avontuur maakte Merlijn de twee ridders deelgenoot van één van de grootste geheimen van Camelot. Hij nam ze mee naar de vertrekken van Koning Arthur en nodigde hen uit om een grote kist te openen. Tot hun verwondering en groot respect troffen ze er een kapmantel en een zwarte masker aan.
Wanneer Allis haar vertrouwde streek verlaat om met Johan naar Camelot te trekken, vinden ze een vervallen hut op hun tocht. Het blijkt een welgekomen onderkomen voor de nacht te zijn. Om Johan van Allis weg te lokken, besluiten de handlangers van Malfrat de Wrange om Knut, Allis' vriend, te vermoorden. De Rode Ridder, die op het gekrijs van de stervende de nacht inrent, kreeg helaas te laat in de gaten dat Allis uit de hut werd ontvoerd.
In het ondergrondse complex van het eiland Thosas bevindt zich deze vulkaan. Vlak naast deze vulkaan werd de Witte Tempel gebouwd waarin de oude koning, de vader van Chrysis, zijn schat verstopte. De juiste locatie schreef hij op een perkament en stopte dit in een urne. Deze urne verborg hij in de wand van de vulkaan. Slechts het peil van de lava laag genoeg staat, is het mogelijk om de bergplaats van de urne te bereiken.
De vulkaan zorgde met een uitbarsting voor een volledige verwoesting van de Witte Tempel.
Deze uitkijkpost is niet ver van het dorp van Knut gelegen en Knut is er de plaatselijke bewaker. Wanneer Allis rondtrok om kruiden te zoeken, besloot ze haar vriend boven in de toren een bezoekje te brengen. Samen zagen ze uit het woud een stofwolk optrekken, waardoor Knut besloot op zijn wachthoorn te blazen en het dorp te signaleren.
Later zag hij twee handlangers van Malfrat de Wrange niet tijdig aankomen. De ingedommelde Knut zag het tweetal niet aankomen en werd door hen uit de toren ontvoerd.
Deze watermolen behoort toe aan Jodoc en haalt zijn energie uit de stroming van een van de vele riviertjes die vanuit het Amoricaanse Reliëf de Bretoense streek dooraderen. Johan ziet zich genoodzaakt om de watertoevoer naar de molen tijdelijk met steenpuin af te stoppen om de kleine Rozenn van de moordende molenschoepen te redden.
Wanneer Johan later naar het leven gestaan wordt door Jodoc, besluit hij de man in zijn molen op te zoeken. Hij vindt er de molenaar echter met opengesneden keel dood terug.
Om mogelijke achtervolgers af te houden, vergiftigden Gnora en Modred de waterput. Johan en Lancelot dachten van het water te drinken, maar een oudere man kon dit op het nippertje beletten. Voor hun paarden, die ze net tevoren lieten laven, kwam de waarschuwing helaas te laat.
In zijn werkkamer opent Merlijn ene juwelenkoffertje en haalt daaruit een prachtige ring te voorschijn. Hij schenkt de ring aan Cinric met de boodschap dat het een toverring is die de drager zal steunen in de strijd. Daarna geeft hij nog een kleine demonstratie van zijn illusionele krachten.
Na Cinric avontuur wordt Merlijn door Johan en Lancelot met vragen bestormd. Grijzend geeft de oude tovenaar het geheim van zijn ring prijs.
Toen Johan deze streek aandeed bracht zijn avontuur hem langs het huis van Komec, het Slot van Taran en het Land der Galmende Kinkhoorns.
Deze tempel is gebouwd in een onderaards grottencomplex op het eiland Thosas. Er worden erediensten gehouden om de naastliggende vulkaan in bedwang te houden. Chrysis is de koningin. Ze volgde haar vader op die onder de Witte Tempel een gigantische goudschat had verborgen.
De tempel stortte in tijdens een gigantische vulkaanuitbarsting.