Back to Top

Personages

Aaron

Aaron is een afstammeling van de broer van Mozes, hij is een Israëliet, uit de streek afkomstig. Zijn bekommernis behelst het verdedigen van het Midden-Oosten tegen de dreiging van een sekte van Sumerische hogepriesters die hun heerschappij er willen vestigen.

Aasipää

Een kamerdienaar van de burcht Olavinlinna, hij komt heer Risto waarschuwen dat de kermisgasten voor het feest van de midzomernacht aangekomen zijn.

195. Olavinlinna

Abigaïl

Zij is de jongere zus van Aylill. Zij en haar zus hebben van Urmürmürr magische gaven ontvangen die hen in staat stelt de Ghüüls te controleren. In tegenstelling tot haar zus heeft ze een blindelings vertrouwen in Urmürmürr. Dit leidt tot een conflict tussen de beide zussen (Kain en Abel), waarin Abigaïl Urmürmürr trouw blijft terwijl Aylill haar eigen dictatuur wilt vestigen in de streek. Hiervoor moet ze echter eerst Urmürmürr onschadelijk maken. In de daaropvolgende strijd probeert Abigaïl haar zus en Johan te stoppen door een ring van vuur rond het kasteel op te trekken. Bijna slaagt ze in haar opzet. Abigail wordt echter gedood door haar zus die een deel van het kasteel op haar laat instorten. Quote: "U blijkt over stalen zenuwen te beschikken. De meeste bezoekers zouden reeds gevlucht zijn!"

102. De Maagdenburcht

Achab

Aanvankelijk werd deze oude opzichter door zijn eigen gravers uitgelachen toen hij hen waarschuwde voor het Zandspook. Even later werd zijn grootste vrees echter bewaarheid toen uit het zand het beruchte monster opdook. Met zijn eigen oren aanhoorde hij hoe Youssof, één van zijn gravers, ten prooi viel aan het Zandspook en zag hoe dit angstaanjagend op hen kwam afgestormd. Even later wordt ook de rest van zijn graafploeg uitgemoord. Als een gek door de woestijn rennend, werd ook hij door het Zandspook achterna gezeten. Langzaam werd hij ingehaald en stilaan voelde hij zijn krachten afnemen. Plots hield het monster halt. Zijn afschuw voor het licht van de maan, die plots door de donkere wolken breekt, redde Achab het leven. Teneinde krachten kroop de uitgeputte man verder tot het kampvuur waarvan hij reeds van ver de gloed zag. Daar aangekomen ontmoette hij Johan en Chuk, diens schildknaap, en doet zijn verhaal. Daarop besluit de Rode Ridder de zaak te onderzoeken en trekt op verkenning. Wanneer hij even later met de Tempeliers als versterking terugkeert, is de opzichter reeds gestorven. De inspanningen en belevenissen van die dag vergden teveel van de emotioneel zwaar getekende man…

160. Het gouden masker

Aelia

Aelia is de pleegdochter van Albertstein. Haar troeteldier is de mechanische vleermuis Argus. Ze heeft een stiekeme relatie met de strandjutter Kelso, die later in opdracht van de koning blijkt te handelen. Haar verliefdheid doet haar twijfelen om Kelso haar hulp te verlenen. Albertstein’s invloed is echter te groot en ze kiest zijn zijde. Wanneer Johan en Kelso echter gevangen genomen worden om als proefkonijn te dienen besluit ze hen te helpen. Dankzij haar moed weten Johan en Kelso het daaropvolgende inferno te overleven. In de brand vat de kledij van Albertstein vuur, waarop deze wanhopig door het raam springt. Buiten haar zinnen springt Aelia Albertstein achterna, dat wordt haar dood. Wanneer Kelso achteraf het lichaam van Aelia vindt, blijkt ook zij een robot te zijn.

121. De zwarte toren

Afarnach

 

Als raadgever staat deze elf prinses Gwijn bij wanneer ze op de vlucht is voor Kerwyn de magiër.  Hij bezit het Grote Boek der Voorspellingen en Openbaringen van de elfen en gebruikt dit om Johans verschijning in het elfenrijk te verklaren.  Samen met de Rode Ridder, prinses Gwijn en Pargur trekt Afarnach naar het Oude Kasteel der Bomen op zoek naar zijn ontvoerde vorst.

Onderweg wordt het viertal echt verrast door de Duistere Elfen van Kerwyn.  Tijdens één van de gevechten raakt de riem van Afarnach beschadigd en krijgt een nieuwe van Pargur.  Na een lange tocht naar het Oud Kasteel der Bomen blijkt deze riem de elfenring te zijn die van vorm is veranderd.  Wanneer Kerwyn de krachten van deze magische ring dreigt te gebruiken, grijpen Afarnach en Pangur in.

 

Afrikaanse tovenaar

Eeuwenlang al zoekt deze schurk wraak te nemen op Aladdin. Aladdin verkreeg het eeuwige leven door de geest in de lamp, de tovenaar liet zich mummificeren. Nu lijkt zijn ogenblik van glorie eindelijk gekomen. Hij heeft Boroeboedoer, de vrouw van Aladdin ontvoert en wil haar tot zijn vrouw maken. Hij achtervolgt Aladdin tot voor de Britse kust, om de magische lamp buit te maken. Hij slaagt er echter niet in en reageert zich af op zijn manschappen. De lamp en zijn Djinn neemt Johan ondertussen mee naar zijn paleis in de Afrikaanse woestijn. Merlijn volgt met Aladdin op een vliegend tapijt. Onderweg komen ze het schip van de Afrikaanse tovenaar tegen, Merlijn doet een onweer losbarsten boven het schip, waardoor het heel wat vertraging oploopt. De tovenaar is ziedend van woede, en temeer daar Boroeboedoer zijn hand weigert. Zijn wraak blijkt uit een flesje zandkorrels te bestaan. Boroeboedoer weet het af te pakken en werpt het overboord. De Afrikaanse tovenaar kookt nu van woede en laat het schip door de lucht vliegen om zo sneller in Afrika te zijn. Daar aangekomen spoelt het flesje zand voor zijn voeten aan, zijn wraak kan beginnen. Wanneer hij het paleis van de Djinn benadert opent hij het flesje en strooit het zand in het rond. Elke korreltje wordt een soldaat en weldra beschikt hij over een heel leger. Merlijn, Johan en de Djinn werken echter samen en weten dat leger van de kaart te vegen. De tovenaar vlucht naar zijn kamp. Vanuit een tent roept een stem de tovenaar tot bij zich. Het is blijkbaar een evenbeeld van de mummie. De dubbelganger schakelt de tovenaar snel uit, waarna deze door vuur verteerd wordt.

181. De lamp van Aladdin

Agnes

Met haar echtgenoot, Gundar van Wolvensteen, had Agnes één dochter.  De zeven vermoordden haar man en staken de burcht in brand.  De Zeven waanden Agnes en haar dochter, Karin, dood.  In werkelijkheid werden ze door Gonda de heks via een geheime gang uit het kasteel gered.

Jarenlang hield ze zich schuil in het woud, maar uiteindelijk stierf ze daar van verdriet.

Ahrmad

Ahrmad is een Saraceens krijger die in opdracht van de Sultan met een klein leger achter Johan aangaat. Niet om hem tegen te werken, maar om hem te helpen slagen, zodat de vrede in Egypte bewaard blijft. Hulp die later maar al te zeer van pas komt, wanneer Johan aangevallen wordt door Nijlkrokodillen.

085. De Zwarte Cobra

Albar

Deze Viking bleef na een mislukte invasiepoging in de Engelse contreien achter en sloot zich als soldaat aan in het leger van Koning Arthur. Na diens dood zwierf hij met zijn twee legervrienden, Sligurt en Baldon, als vagebond door het land. Al stelend rondtrekkend botste het drietal op Johan en Lancelot die Parcifal naar het slot van heer Kendall brachten.


Aanvankelijk stortte Albar zich met zijn zweep op Lancelot, omdat die zijn goede vriend Baldon bedreigde. De twist werd echter snel uitgepraat. Johan vertelde hen dat er op hen jacht werd gemaakt en vroeg of de drie heren niet bij hen in dienst wilden komen. Beleefd wees het drietal het aanbod echter af. Even later zag Albar hoe Parcifal bijna aan het zwaard van een landloper ten onder ging en opnieuw haalde hij zijn kunstje met de zweep uit. Nu de omvang van het gebeuren duidelijk werd, stortten ze zich volledig op hun taak om Parcifal te beschermen tegen de roofzuchtige ridder Wardon.
Terwijl de zwaargewonde Parcifal door Lancelot werd weggevoerd, zou hij samen met Johan, Sligurd, Baldor en de dorpelingen van een plaatselijk gehucht Waldor ophouden. Met man en macht werd het dorp verdedigd. Uiteindelijk slaagde Baldor erin om met een compagnie ruiters door de gelederen te breken en stormde met gevelde speer op Johan af!


De Viking merkte het gevaar echter op en trok de speer met zijn zweep uit Wardons handen. Woedend haalde Wardon zijn slagzwaard boven en haalde uit naar Albar. De moordende slag van het zwaard werd de Noorman fataal…

044. Drie huurlingen

Albertstein

Albertstein is een uitzonderlijk begaafde geleerde. Hij vergaart zijn kennis met behulp van dromen. Hij is in staat zelf te bepalen wat hij droomt dankzij een geheim kruidenmengsel dat hij dan inhaleert. Met behulp van zijn knecht Beyre lokt hij de bewoners van het nabije vissersdorpje naar de Zwarte toren, zijn woonplaats. Het lokken gebeurt door middel van een hypnotiserende groene lichtstraal. Waren zijn bedoelingen zo goed als zijn verstandelijke capaciteiten, dan was hij een enorme weldoener geweest. Albertstein’s betrachting is echter een ras van machines te creëren die met een menselijk brein functioneren. Hiermee zou hij dan de wereld kunnen veroveren. Johan en Kelso proberen daar echter een stokje voor te steken. Kelso is tevens de vriend van zijn pleegdochter Aelia. Wanneer Johan en Kelso gevangengenomen worden, ziet het er zeer slecht voor hen uit. Met de hulp van Aelia weten ze echter het tij te doen keren. Albertstein zweert wraak, maar door een ontstane brand vat zijn kledij vuur. Hij springt door het raam. Er wordt van Albertstein nooit meer wat vernomen, al duikt er op een dag wel een oude man op aan de ruïne’s van de zwarte toren. Een oude man die Argus, de mechanische vleermuis komt ophalen. Aelia en Beyre zijn beide mechanische experimenten.

121. De zwarte toren

Albertus Magnus

Albert von Lauingen, een  Dominicaner uit de dertiende eeuw, bezat een zodanig grote kennis op allen wetenschapsgebieden dat hij de naam Albertus Magnus, Albertus de Grote, werd genoemd.

Toen Doctor Faustus de blinde alchemist aanspoorde om resultaat te boeken, antwoordde deze dat zelfs Albertus Magnus en Hermes Trismegistus al resultaat wilden zien.

Aldigan

Molenaar, en vader van Sharyll. Zijn molen doet dienst als verzamelplaats voor de vluchtelingen. Baldein verovert al snel de molen en neemt de vluchtelingen als gijzelaar. Aldigan zit middenin de vijandelijkheden. Cornec verraad Sharyll en Johan, zodat deze samen met Aldigan gevangen genomen worden. Na de beslissende strijd en de nederlaag van Baldein wil Berrold Sharyll en Aldigan doden. Johan komt echter net op tijd om daar een stokje voor te steken!

099. De gijzelaars

Alena

De koningin van de Amazones. Zij werd koningin op het ogenblik dat haar belangrijkste rivale, Vida, afwezig was. Nu ze alle macht heeft, maakt ze er misbruik van. In de goudmijnen werken honderden mannen, onder de invloed van een gelukzaligmakende drank. Vida, Johan en Gaetan zullen haar tirannie ten einde brengen, echter niet zonder slag of stoot. Alena neemt Vida’s uitdaging tot een duel aan, hoewel ze twee extra krijgsters meebrengt, slaagt ze er nog niet in Vida te verslaan. Op het hoogtepunt van de tweekamp, doodt Vida haar.

Alfons de Beauchamps

De koningin van de Amazones. Zij werd koningin op het ogenblik dat haar belangrijkste rivale, Vida, afwezig was. Nu ze alle macht heeft, maakt ze er misbruik van. In de goudmijnen werken honderden mannen, onder de invloed van een gelukzaligmakende drank. Vida, Johan en Gaetan zullen haar tirannie ten einde brengen, echter niet zonder slag of stoot. Alena neemt Vida’s uitdaging tot een duel aan, hoewel ze twee extra krijgsters meebrengt, slaagt ze er nog niet in Vida te verslaan. Op het hoogtepunt van de tweekamp, doodt Vida haar.

131. De Heren van Rode
132. De Slag van Woeringen
133. De spookkaros
134. De koningmaker
136. Sol Invictus
138. Het toernooi

Alkan

Alkan is een ronde tafelridder, die samen met zijn strijdmakker en ronde tafelridder Kerwon in het Noorderland een opdracht uitoefent voor koning Arthur. Lees verder bij Kerwon.

027. Het graf van Ronjar

Allis

Vanuit de wachttoren van haar dorp merkte Allis als eerste de komst van Malfrat de Wrange en zijn manschappen op en liet Knut, haar vriend alarm slaan. Bij het dorp aangekomen is ze net op tijd om het boosaardig heerschap in het harnas te jagen en zich in het woud terug te trekken. In haar schuilplaats onder de oude meidoorn krijgt ze een visioen van Johan die haar benadrukt om de zeer belangrijke woorden 'non dormit, qui custodit' te onthouden.

Later staat de Rode Ridder plots voor haar deur om een onderdak voor de storm te vragen. De ridder beschermt haar tegen bijgelovige dorpelingen en maakt aanstalte om zijn weg verder te zetten. Wanneer hij afscheid neemt, herinnert Allis zich de woorden uit het visioen en roept ze de ridder toe. Onbegrijpend kijkt hij de jonge dame aan en gebiedt haar plaats te nemen achteraan op zijn paard. Merlijn waarschuwde hem immers dat ooit iemand zijn pad zou kruisen en de woorden zou uitspreken. Die persoon moet hij onmiddellijk naar Camelot brengen.

Allis trekt met Johan mee. Onderweg worden ze echter opgespoord door de handlangers van Malfrat de Wrange. Eén van hen lokt Johan weg van hun onderkomen en houdt hem voldoende lang aan het lijntje om zijn kompaan de tijd te geven het meisje te ontvoeren.

Na Allis uit Malfrats klauwen te hebben bevrijd, vangt Johan opnieuw de reis naar Camelot aan. Gedurende de hele reis voelen ze echter de hete adem van Malfrat in hun nek. De norse heer voelt zich immers betoverd door de jonge Allis en meent haar uit de weg te moeten ruimen om zich van een ijzige kou te kunnen bevrijden.

Tijdens de tocht naar Camelot confronteert ze Johan met de vragen over het ridderschap waar hij door de kruistochten zelf mee worstelt.

Almaïdis

Moeder van Hertog Jan 1 van Brabant, zijn steun en toeverlaat in zijn moeilijke dagdagelijkse taak. Ondanks haar leeftijd is zij een zeer knappe vrouw met een stevige portie verstand. Johan kan het goed met haar vinden.

131. De Heren van Rode

Alva

Alva is een jonge dame uit het dwergendorp in het Land der Galmende Kinkhoorns.  Wanneer Johan dit land binnendringt, slaat ze hem vanop een afstand gade.  Johan betrapt haar echter, waardoor ze in paniek wegvlucht.  De Rode Ridder kan haar op het nippertje redden wanneer ze tijdens haar vlucht in de armen van een reuzeninktvis terecht komt, maar ze kiest onmiddellijk opnieuw het hazenpad.

Amaranda

Aanstaande bruid van Amelric Pynnock, burchtheer van Horst. Zij is het uiterste van Amelric, lief , zachtaardig en heeft een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Wanneer een jonge stroper zeer zwaar gestraft wordt voor een misdaad, laat ze zich door Johannes de Campo, de kapelaan, overhalen om alles in het werk te stellen zodat ze de jongen kunnen bevrijden. Amaranda geeft Urban de nar opdracht een kruik wijn met een slaapmiddel naar de bewakers van de kerkers te brengen. Op die manier kan de jongen bevrijd worden zonder tegenstand. Het uitbroeden van de plannen achter de rug van haar man werken als een rode lap op een stier. De jaloerse Amelric verliest meer en meer de controle over zichzelf, wat uitmondt in een moord, het is de jonge kapelaan die vermoord wordt. Dit laat een diepe indruk op Amaranda na, zij verliest er haar zinnen bij.

131. De Heren van Rode
133. De spookkaros

Pagina 1 van 34