Hij is de aanvoerder van de Magyaren, een plunderende bende afkomstig uit de Oeral. Hij wil het leven van de ridders sparen in ruil voor hun wapens en rijdieren. De ridders weigeren en banen zich een weg door de bende Magyaren. De ridders slagen uiteindelijk in hun opzet.

Later, in hun plunderzucht vallen ze de burcht van graaf von Sebald binnen. Deze laatste gooit de schatkist in de kamer waar de ridders zich schuilhouden, waarop de Magyaren deze ruimte beginnen te belegeren. De ridders kunnen de Magyaren echter op afstand houden. Wanneer de burcht volledig in vlammen op dreigt te gaan , vluchten de Magyaren.