Onder luid gelach werd de waarschuwing van Achab, de opzichter, door de graafploeg in het belachelijke getrokken. Youssof was hierbij de grootste roeper en gaf onmiskenbaar aan geen geloof te hechten aan de legende van de Zandspook en met het oog op een rijkelijke beloning van de Tempeliers zette hij zijn graafwerken verder.
Even later kreeg hij de kans om al zijn grote woorden in daden om te zetten toen de werkploeg een geluid uit de neergevallen duisternis hoorde komen. Gewapend met fakkel en houweel trok hij de berghelling op en zag tot zijn ongeloof dat het Zandspook werkelijk bestaat en zich uit de zandgrond een weg naar boven graaft.
Maar Youssof gaf zich niet gewonnen! Met zijn opgeheven houweel sloeg de graver hard toe, doch zonder resultaat. De paar slagen van de man ketsten af op het harde schild van het Zandspook en met één trap werd Youssof meters ver weggetrapt. Een ravijn insuizend viel hij zijn zekere ondergang tegemoet...

160. Het gouden masker