Zaïdah is de vrouw van de Baljuw. Zij beoefent de duistere krachten en zet haar man onder druk d.m.v. hypnose. Wanneer Trogir Maruka aan haar uitlevert, zet ze haar op de brandstapel en eist antwoorden. Maruka weigert echter te spreken en Zaïdah gebruikt wederom duistere krachten. Om de hulp van deze krachten in te roepen, moet Zaïdah echter een hoge prijs betalen, mensenlevens! Vandaar het grote aantal gevangenen in de kerkers en de vele verdwijningen. Om aan deze eis te voldoen laat Zaïdah de brandstapel aansteken en doet ze zelf het gewelf instorten. Gelukkig komen Storkas, Hachim en Johan net op tijd aan om dit te voorkomen. Enkel Zaïdah overleeft de instorting en zet het op een lopen. Ze wordt achterna gezeten door burgers die het kasteel ondertussen bestormd hebben. Zaïdah glijdt uit en maakt een dodelijke val.