Samen met zijn twee vrienden, Carlo en Roberto, bracht Antonio de Rode Ridder en Merlijn naar het vasteland in de buurt van Thailand om drinkwater te zoeken.  Even nadat Merlijn door de Amazones werd gevangen genomen werd ook dit drietal overmeesterd.

De volgende dag werd Antonio uit zijn kooi gehaald en naar een brug boven een krokodillenkuil geleid.  Daar moest hij strijden op leven en dood tegen Ammara, het nieuwste lid van deze strijdvaardige krijgsvrouwen.  Ondanks de ernst van de situatie lacht hij zijn tegenstandster onderschattend weg.  Voor hij het goed en wel besefte kreeg hij diverse rake klappen te incasseren en belandde hij zelf in de kuil waar hij een roemloze dood vond.