Heer Robrecht besluit om het beheer van Bokkensteen aan de valse Diederich over te dragen omdat hem wordt voorgelogen dat Godelieve, de rechtmatige erfgename, met krankzinnigheid is getroffen na haar vaders dood.
De schrijver van Heer Robrecht zal de nodige akte opstellen waardoor de burcht aan Diedrich wordt overgedragen en Godelieve ter verpleging in een klooster kan opgenomen worden.