Berthold van Gluwe gaf gehoor aan de noodroep van Gawain om zijn dochter tegen de sekte van de Gouden Sikkel te beschermen. Hij zou met Rolf van Herzele samenkomen aan de Duivelssteen en vandaar doorrijden naar het slot van Gawain.
De moedige ridder viel echter ten prooi aan de Gouden Sikkel. Zwaargewond kon hij in het bos ontkomen, waar hij door een wandelaar werd gevonden. Berthold beloofde zijn verzorger een goede beloning wanneer hij hem zou verbergen voor zijn machtige vijanden.
Enkel dagen later hoopt Johan een schuilplaats tegen het onweer te vinden. Berthold, die in een aparte kamer ligt, vraagt zijn verzorger om Johans spullen te doorzoeken om zeker te zijn dat hij geen sektelid is. Wanneer Johan de man op heterdaad betrapt biecht de man alles op. Berthold kent de naam en faam van de Rode Ridder en met zijn laatste krachten doet hij zijn verhaal en vraagt aan Johan om zijn taak over te nemen.