Nimue is één van de negen dochters van koning Inis Witrin. Ze verliet haar zusters om zich bij Bahaal aan te sluiten.  In zijn opdracht verleidde ze Merlijn en lokte ze in een grot.  Ze sloot de grot op magische wijze af.  Daarna riep ze met zwarte magie een monster op dat haar thuisstand bedreeg.  Zijzelf trok zich middenin het monster terug om het aan te sturen.

Groot was haar verwondering wanneer ze in haar monster plots oog in oog stond met Merlijn. De oude man was door haar zusters bevrijd. Aanvankelijk kon ze Merlijn nog ontwapenen.  Toen de Rode Ridder onverwachts tussenbeide kwam, kon Merlijn met behulp van zijn toverstaf haar naar Bahaal in de onderwereld sturen.

Het gehele gebeuren is nog niet duidelijk, maar op een of andere manier moeten de twee de verschillen bijgelegd hebben.  Wanneer Johan jaren later de hulp van de oude tovenaar nodig had, bleek hij immers in het ondermeerse verblijf van Nimue te vertoeven.

232. Duivelsmist