Samen met haar broer, Balor, beheert Etain het Slot van Taran. Samen met hem onderdrukken ze het dwergenvolk in het Land der Galmende Kinkhoorns.  Wanneer een schip tijdens zware storm in moeilijkheden verkeert, lokken ze het naar de klippen.  De dwergen moeten de vervoerde kostbaarheden de dag erna op reuzenschildpadden laden die het via de kinkhoorns vervoeren.

 

Ze geeft zich in vermomming uit als Finola de heks, de meesteres der arenden.  Op jonge leeftijd ontdekte ze immers dat ze arenden kon bedwingen en schrikt er niet voor terug deze dieren in te zetten als wapen.

Ze ontvangt de Rode Ridder wanneer hij half bedwelmd het kasteel weet te bereiken.  Ze leidt hem vanop de kasteeltoren rond over het domein en doodt met hem de avond bij een partijtje schaak.  Later bindt Johan samen met het dwergenvolk uit het Land der Galmende Kinkhoorns de strijd aan met Finola de heks.  Wanneer Alva, één van de dwergvrouwen, echter ontvoerd wordt, stuurt hij een boodschap naar Etain om hulp.

Intussen gaan hij en Bov reeds op pad om Alva te bevrijden.  Ze dringen door tot de ondergrondse schuilplaats van Finola, waar Balor één van haar handlangers blijkt te zijn.  In een geheime gang achtervolgt Johan Finola en komt uiteindelijk in de kamer van Balor in het Slot van Taran terecht.  Wanneer hij verder doordringt in het kasteel botst hij op Etain.  Hij doet de kasteeldame het hele verhaal.  Bedroeft om haar broers handelen beweert ze het land te willen verlaten.  Ze biedt de Rode Ridder een schat aan die haar broer door het plunderen zou verdiend hebben en stelt voor om met haar een nieuw leven te beginnen in zijn vaderland.

Wanneer Bov echter opdaagt met de boodschap dat Balor is gestorven, maar in zijn laatste ogenblikken opbiechtte dat Etain mee in het hele complot zat en Finola de heks is.  Bij het horen van deze beschuldiging beseft ze dat haar rijk ten einde is en tracht via een klimop aan de muur te vluchten. De plant kan haar echter niet dragen en met een val komt de meesteres der arenden om het leven.