Met zijn zus, Etain, beheert Balor het Slot van Taran.  Samen hebben ze echter een systeem opgezet waarbij ze tijdens stormweer schepen op de klippen lokken.  Wanneer de storm voorbij is, dienen een onderdrukt dwergenvolk de aangespoelde kostbaarheden op reuzenschildpadden te laden.  Dezen voeren ze daarna verder naar de schuilplaats die via een geheime gang in verbinding staat met Balors kamer in het Slot van Taran.

 

Wanneer Johan 's nachts Balor wil spreken, bemerkt hij dat Balor plots verdwenen is. De Rode Ridder vermoedt hierdoor het bestaan van een geheime gang.  Balor ontkent echter dat hij 's nachts zijn kamer heeft verlaten.  Johan onderzoekt echter Balors paard en leidt uit het zand en zeewier tussen de hoeven af dat Balor 's nachts op het strand moet gereden hebben.

Wanneer Johan uiteindelijk in hun schuilplaats weet door te dringen, staat hij plots ongewapend voor het zwaard van één van de gemaskerde onderdrukkers van het dwergenvolk.  Wanneer hun meesteres, Finola de heks, opdaagt denkt Johan dat zijn laatste uur geslagen is.  Tot zijn verwondering stuurt ze haar afgerichte arend echter op haar handlanger af.  In een gevecht met de arend verliest deze zijn helm en wordt duidelijk dat hem om Balor gaat.  In het gevecht daarop vindt hij in Johan zijn meerdere en zakt zwaar gewond neer.  Johan laat hem door Bov naar het dwergendorp voor verzorging brengen.  Balor overlijdt echter onderweg.  In zijn laatste ogenblikken bekent hij zijn hele optreden. Zijn zus, die zich verklede als Finola, liet haar arend op hem los zodat zij alleen kon aanspraak maken op de samen vergaarde kostbaarheden.