Omdat de gewonde Johan zijn vriendinnetje Alva redde uit de armen van een reuzeninktvis, rebelleert deze moedige dwerg tegen de dorpsouds Nuada. Ook wanneer Alva later ontdekt dat Johan aan een kinkhoorn is vastgebonden, twijfelt hij niet om hem te bevrijden en draagt bij de daaropvolgende aanval van de arenden zijn steentje bij om zijn dwergendorp te verdedigen.
Bij het herstellen van één van de vissersnetten die men boven het dorp spreidde wordt hij echter gegrepen door een arend. Met zijn mes weet hij zich echter te bevrijden, maar moet hij toezien hoe Alva op haar beurt door een arend wordt ontvoerd. Samen met Johan start hij een stoutmoedige tocht door het gangenstelsel van de galmende kinkhoorns om haar te bevrijden. Ze arriveren net op tijd om haar van een afschuwelijke dood te redden.
Wanneer Johan daarop Balor weet te verslaan in een zwaardgevecht, stuurt de Rode Ridder hem met Bov naar het vissersdorp zodat hij kan verzorgd worden. Balor overlijdt echter aan zijn verwondingen voor hij het dorp kan bereiken. In zijn laatste ogenblikken bekend hij aan Bov echter zijn wandaden en verklapt hem de ware identiteit van Finola de heks. Onmiddellijk reist Bov de Rode Ridder achterna tot in het Slot van Taran, waar hij Johan nog tijdig kan waarschuwen voor Etain, de kasteelvrouw.
Bov besluit dat het vissersdorp geen recht heeft op de schatten die door Balor en Etain werden buitgemaakt en zal de rechthebbenden opsporen. Wanneer hij kort daarop tot nieuw stamhoofd wordt uitgeroepen, laat Bov de kinkhoorns onder het zand begraven en zo de laatste sporen van hun onzalig verleden uitwissen.