Karin is de dochter van Gundar van Wolvensteen en zijn vrouw Agnes. Ze was nog maar een baby toen ze en haar moeder door Gonda de heks via een geheime gang werden gered toen de Zeven haar vader vermoordden en het ouderlijk slot in brand staken.
Omdat haar moeder stierf van verdriet, ontfermde Gonda zich over de kleine Karin. Ze leerde magische kunsten en wolven bedwingen. Uiteindelijk kon ze het wraakplan uitvoeren zoals Gonda het had voorbereid: de verraderlijke Zeven vielen ten prooi aan de wolven die zij aanvoerde.
Uiteindelijk brengt Johan Karin bij de landvoogd. Via zijn bemiddeling mag ze naar het hof van Koning Arthur vertrekken, waar ze als edelvrouw zal opgevoed worden.