Deze jonge Griekse volgde haar vader op en werd koningin van de Witte Demonen.  Ze werd bijgestaan door haar raadsman Phaucrates.  Wanneer ze te weten komt dat haar vader een schat verborgen hield, stuurt ze Johan en Mirtos, het hoofd van haar lijfwacht, op onderzoek uit.  Om onnodig bloedvergieten te vermijden besluit ze uiteindelijk om zich met haar lijfwachten terug te trekken en de schat over te laten aan de verrader Démétrios en zijn opstandige soldaten.