Mirtos is hoofd van de lijfwacht van Chrysis, de koningin van de Witte Tempel.  Omdat hij zijn koningin trouw blijft, raakt hij in conflict met de soldaat Démétrios die de andere soldaten tegen de vorstin zit op te jutten.  Het valt Mirtos op dat Démétrios telkens onvindbaar is als er enige beroering is in de nabijgelegen vulkaan en besluit op onderzoek te trekken.

Hij betrapt de soldaat aan de vulkaanrand, maar tijdens de terugtocht naar de Witte Tempel grijpen Démétrios' mannen in.  Démétrios laat zijn vijand in de slangekuil werpen.  Door een paal in de kuil vast te wringen kan hij even aan de reptielen ontkomen.  Wanneer deze echter los komt, grijpt Johan echter tijdig in om de lijfwacht te redden.  Samen gaan ze op zoek naar wat Démétrios in de vulkaanwand zocht: een urne waarin de ligging van een fabelachtige schat vermeld wordt.

Wanneer ze deze hebben gevonden zoeken ze zich toegang tot de -intussen door Démétrios belegerde- Witte Tempel.  Samen met de andere getrouwe lijfwachten kunnen ze een tijd standhouden, maar moeten uiteindelijk voor de overmacht zwichten.  Met zijn andere manschappen verlaat hij de grot van de Witte Tempel door het bestand dat Chrysis met Démétrios weet af te sluiten.  Samen met hen zal hij op het eiland zelf een nieuw bestaan trachten op te bouwen.