Als berentemmer reist Boris mee met een groep kermisartiesten. Hij krijgt het aan de stok met Iudith omdat hij zijn beer zwaar mishandelt om het dier toch maar te laten dansen. Johan komt tussenbeide en vernedert de temmer.
Wanneer Johan achter Levinus aangaat, ziet Boris zijn kans. Hij slaat de Rode Ridder langs achteren neer en levert hem uit aan Wando, de plaatselijke corrupte heer. Hij jut het volk op om een -in scene gezet- godsgericht te eisen. Na het gericht komt de man om het leven als zijn ontsnapte beer zich op hem stort.