Deze schurk is leenheer van een Brabants dorp.  Tijdens de kermis trekt hij met twee gezellen naar de kroeg.  Wanneer één van hen Iudith lastig valt, krijgen ze het met hun drieën aan de stok met de Rode Ridder.

Ze ontvoeren Iudith en ontvluchten het gevecht.  Johan vindt hen terug in een verlaten schuur en kan net tussenbeide komen.  Alweer kiest het drietal het hazenpad.

Wanneer de volgende ochtend de Rode Ridder aan hem wordt uitgeleverd door een groep kermisartiesten, zet Wando een godsgericht in scene.  Wanneer zijn vervanger echter het onderspit delft, grijpt de man met zijn soldaten in.  Johans bondgenootjes, enkele dwergen uit de Nevellanden, lieten echter een beer ontsnappen om de ridder te helpen.  De woedende dier stort zich direct op de leenheer.