Deze dame wist de pokken te overleven, maar betaalde als edeldame een zware prijs: haar hele gelaat door littekens van de afschuwelijke ziekte verminkt. Ze besloot zich terug te trekken in een luxueus ingericht huis middenin de bossen. Ze genoot van de aanwezigheid van de plaatselijke fauna terwijl haar oude dienaren haar geregeld van voorraden kwamen voorzien.
Wanneer Johan en Lancelot langskomen met de zwaargewonde Hugon, aarzelt ze geen ogenblik om de koningsnar te helpen. Terwijl hij terug op krachten komt, vertelt Hugon haar ook over zijn pijnigingen. De dame voelt mee met een lotgenoot die door de grillen der natuur getroffen is en maakt in het geheim kleren voor hem. Wanneer Hugon voldoende op krachten is, helpt ze hem te ontsnappen, zodat hij zijn zelf opgenomen taak kan vervullen.