Wanneer Oonagh, Torns geliefde, dreigt ontvoerd te worden door Malfrat de Wrange, denkt Torn zich te verzetten. Het kan echter niet baten en Oonagh wordt alsnog meegevoerd naar het kasteel dat onlangs door Malfrat werd veroverd.

Torn laat het er echter niet bij en trekt er met twee dorpsgenoten op uit om de schone te bevrijden. Tijdens de reddingsoperatie botsen ze echter op Malfrats handlangers. Het drietal wordt binnen de kortste keren neergeslagen. Eén zware slag van een morgenster breekt Torns ribben en doorboort zijn longen en hart. De gruwelijk verminkte lijken van het drietal worden een dag later op spiesen aan de rand van het dorp teruggevonden.