Koos beweert de beste schipper van het plaatselijke vissersdorp te zijn. Wanneer de Rode Ridder hem echter vraagt om langs de snelste route naar Zilverbergen te varen, is hij echter geneigd de boot af te houden. De kortste weg naar Zilverbergen zou hem immers recht via de Hellemond leiden en hij heeft al voldoende andere zeelui gekend die erheen voeren, maar nooit terugkeerden.
Als Johan en Allis hem echter een zodanig buitensporig loon aanbieden dat hij zich een heuse kotter kan aanschaffen, moet de man wel zwichten. Uiteraard komt hij met zijn gezellen in de Hellemond terecht en raakt in de ban van het Eindeloze Eiland. Buiten zinnen door de bedwelmende planten aanziet hij Johan en Allis zelfs even als vijanden. Wanneer Allis de planten in brand steekt, wordt de ware situatie iedereen duidelijk en ontvluchten het eiland.
Veilig en wel zet Koos zijn passagiers af in Véras, een haven aan Zilverbergen.