Algemene informatie

Tekeningen

 Scenario

Uitgiftejaar

1960

Samenvatting

Na zijn avontuur in het Verre Oosten trekt Johan weer door onze streken. Als dolende ridder heeft hij niet veel bezittingen, en hij is dan ook op zoek naar een manier om zijn lege geldbuidel aan te vullen. Van een boerin verneemt hij dat er in Berkendael een boogschutterswedstrijd wordt gehouden, waar de heer van Bokkensteen een mooie geldprijs beschikbaar heeft gesteld. Johan gaat op weg, maar krijgt nog een waarschuwing om niet de route door het woud te kiezen, daar het er niet veilig is voor een edelman. Onze held trekt zich daar weinig van aan, en waagt zich in de uitgestrekte wouden. Het duurt dan ook niet lang of de problemen kondigen zich aan: langs alle zijden wordt hij ini het nauw gedreven door boogschutters. Maar Johan kan hun slechts zijn lege beurs tonen, en een gemaskerde leider van deze vrijschutters jaagt de Rode Ridder het woud uit.

Eenmaal in Berkendael schrijft Johan zich met zijn laatste penningen in voor de wedstrijd. Al snel weet hij uiteraard een plaats in de finale te veroveren. Diedrich, de heer van Bokkensteen, is geïntrigeerd door de schietkunsten van Johan, en hij biedt hem een "baan" op het kasteel aan, maar de vrijheid van Johan is niet te koop. Maar hij wil zich wel bewijzen, en Diedrich maakt de wedstrijd nog een graadje moeilijker. Als een echte Willem Tell legt Johan ook deze laatste vuurproef af, en hij wint het toernooi. Maar als hij zijn prijs in de wacht wil slepen, dient zich de gemaskerde vrijschutter aan, die het toernooi op zijn kop zet. Hij daagt Diedrich uit, en hij schiet met een meesterschot het schild van Diedrich van Bokkensteen op de grond. Soldeniers snellen toe, maar de vrijschutter ontkomt. Johan neemt als gast zijn intrek in Bokkensteen, om de slotheer bij te staan tegen deze bedreiging.

De slotheer vertelt zijn verhaal: sinds de dood van zijn broer, een paar maanden eerder, beheert hij de burcht. Omdat de vrouw van zijn broer al langer overleden was, kwam het beheer eigenlijk aan zijn dochter Godelieve toe. Maar een zware ziekte maakte haar ongeschikt voor deze taak. De vrijschutters, een bende rovers, maken de taak voor Diedrich erg moeilijk, en hij vraagt de Rode Ridder om hem bij te staan. De kapitein van het garnizoen te Bokkensteen twijfelt echter aan de Rode Ridder, en een krachtmeting tussen de twee is onvermijdelijk. Maar de kapitein komt er snel achter dat onze held even handig is met het zwaard als met de boog.

Na het duel ontmoet Johan een nieuwe persoon: Geeraard, de alchemist. Zonder uitleg volgt Diedrich de alchemist naar de " stompe toren", een bouwwerk in de burcht waar niemand het geheim van kent. Uit deze toren worden vaker gegil wordt waargenomen,en tevens is het de werkplaats van Geeraard. Johan probeert her en der mensen uit te horen, maar niemand waagt zich aan een uitleg. Na dit mysterie wacht hem op zijn kamer een andere verassing; een dreigbrief van de vrijschutters. De dreiging van deze bende doet zich meteen die nacht gelden: een hoeve wordt in brand gestoken, het vee wordt geroofd. Diedrich gooit zich onverschrokken in de vuurzee, en redt vrouw en kind. Alles wijst in de richting van de vrijschutters als daders. Diedrich schenkt de slachtoffers tijdelijk onderdak en geld om een nieuw bedrijf te starten. Deze grootmoedigheid trekt Johan over de streep, en hij besluit de slotheer te helpen de bandieten uit te roeien.

Hij besteedt dagen de tijd aan het opstellen van een strijdplan. Dat bestaat uit het plannen van een valstrik, met een grote som geld als lokaas. Tijdens het bespreken van dit plan met Diedrich springt de Rode Ridder op, omdat hij een gordijn van een berghok meende te zien bewegen. Maar dit hok is leeg, en heeft slechts 1 uitgang. Toch is Johan er van overtuigd dat zijn gesprek door iemand werd afgeluisterd. Hij besluit het berghok waar hij iemand meende te zien aan een nader onderzoek te onderwerpen. En inderdaad treft hij een geheime gang aan, die uitkomt in de werkplaats van Geeraard de alchemist. Hier leert hij het geheim van de "stompe toren....

Met getrokken zwaard betreedt Johan de toren, en loopt Godelieve, de dochter van Diedrich's broer tegen het lijf. Zij is echter niet bij haar volle verstand, en als Diedrich en Geeraard ten tonele verschijnen wordt hem alles uitgelegd: bij het vernemen van het overlijden van haar vader kreeg Godelieve een toeval en werd zwakzinnig. Diedrich zonderde haar af in de toren om haar ontoerekenbare gedrag in toom te houden. Geeraard omringt haar sindsdien met de beste zorgen en hoopt haar te genezen. Godelieve bezoekt Diedrich via de geheime gang om de spot van het personeel te vermijden. Toch blijft Johan bij het idee dat iemand het plan afgeluisterd heeft. Diedrich laat alle voorbereidingen treffen om het plan geheim te houden, en daags daarop wordt een postduif onderschept met een bericht aan de vrijschutters. Dit bewijst dat iemand daadwerkelijk het plan heeft afgeluisterd, en dat de valstrik in gevaar is. Johan laat de duif verder vliegen met een vervalst bericht, en het plan kan zijn doorgang vinden.

De daarop volgende ochtend zet een klein konvooi met lege geldkisten zich in beweging, onder leiding van Johan. De vrijschutters komen inderdaad opdagen, maar net als de val dichtslaat, komt de gemaskerde leider van de vrijschutters aandraven en kan zijn kameraden waarschuwen voor het naderende gevaar. De valstrik loopt uit op een fiasco, en de gemaskerde vrijschutter kan ontkomen. Eenmaal terug beschuldigd Johan Geeraard van verraad, omdat hij de enige kan zijn die achter het gordijn het gesprek afluisterde. Deze onkent echter, en de dood van de duivenverzorger in de burcht ontslaat hem van verdere verdenking. Enkele vrijschutters die gevangen genomen werden, blijven in alle toonaarde zwijgen.

De Rode Ridder besluit daarop zelf in actie te komen, ditmaal zonder dat iemand daarvan op de hoogte is. Hij vemomt zich als vrijschutter, en sluipt naar de kerkers. Onderweg komt hij Godelieve tegen, maar zij ziet hem nauwelijks staan. Bij de kerkers ovemand hij de cipier, en bevrijdt de gevangen genomen vrijschutters. Johan wint hiermee hun vertrouwen, en hij wordt diep in het woud meegenomen naar het kamp der verijschutters. De gemaskerde hoofdman laat niet lang op zich wachten. Eer johan van zijn verbazing bekomen is, rukt deze zijn vermomming af, en de Rode Ridder wordt gevangen genomen, waarna de gemaskerde weer vertrekt. Johan vraagt om een verklaring, en men vertelt hem dat Diedrich een vuil spelletje speelt. Hij en zijn aanhangers wachten tot zij het bewind in handen hebben om rooftochten tegen buurstaten te ondernemen. Reeds nu al plegen zij overvallen op boerderijen en schuiven de schuld in de schoenen van de vrijschutters. Gezien de gezondheid van Godelieve zal het niet lang duren eer de leenheer Robrecht, Diedrich het leen zal laten regeren. De vrijschutters trachten dit te voorkomen.

We leren dat Diedrich inderdaad Geeraard heeft opgedragen om Godelieve drankjes te voeren, zodat haar toestand zou verergeren. Tijdens het bezoek van de leenheer Robrecht eist Diedrich dan ook het beheer van Bokkensteen en Berkendael op, op grond van de toestand van zijn nicht Godelieve. Plots treedt Geeraard naar voren, en beschuldigd Diedrich van zijn misdaden. Ook de gemaskerde vrijschutter treedt ten tonele, en maakt zich bekend als....Godelieve van Bokkensteen. Zij verklaart dat diedrich de dood van haar vader als het sein zag om rooftochten te ondernemen. Godelieve riep daarop de vrijschutters in het leven, om dit tegen te werken. Met de hulp van Geeraard deed zij net of ze zwakzinnig was, om niet onder verdenking te komen, en via haar kennis van geheime gangen kon ze de burcht ongemerkt verlaten.

Diedrich laat dit alles niet zomaar over over zich heen komen, en eist van zijn leenheer een tweekamp, om zich te verdedigen. De Rode Ridder verschijnt in de ridderzaal, en zal voor de jonkvrouw kampen. Hij is intussen in staat geweest om de vrijschutters te overtuigen van zijn ridderlijke goede trouw. De kamp verloopt gemakkelijk, en dan blijkt dat een soldenier de plaats van Diedrich in een harnas heeft ingenomen. Diedrich ontvoerd Godelieve, en ontvoert haar naar de burcht. Terwijl soldeniers een schijnaanval doen op de poort, dringt Johan de burcht binnen via een geheime gang. Diedrich is inmiddels op de kantelen van een toren verschenen en dreigt Godelieve naar beneen te gooien als niet iedereen vertrekt. De Rode ridder ziet de bedreiging vanuit een tegenoverliggende toren, en besluit tot een laatste redmiddel: met een welgemikt schot treft hij Diedrich en deze stort naar beneden. Het leen blijft onder beheer van Godelieve, en eens te meer vertrekt Johan naar nieuwe avonturen.

Na het uitstapje naar het verre Oosten in deel vier is dit wederom een klassieke Rode Ridder in de detective-sfeer zoals de eerste drie albums. Degelijk verhaal (alhoewel lichtelijk voorspelbaar...) met leuke plotwendingen. Ook de tekeningen zijn mooi en gedetailleerd, iets dat bijvoorbeeld iets minder was in deel drie Het Veenspook. Johan ontwikkelt zich verder als de Recht-door-zee-ridder, vol plichtsbesef en zijn zwaard in dienst van gerechtigheid. Na twee iets mindere albums weer een sterk avontuur van de Rode Ridder!

Verhaalonderdelen

Personages

Locaties

Voorwerpen