Algemene informatie

Tekeningen

 Scenario

Uitgiftejaar

1963

Johan is op weg naar het slot Reynhorst om er het huwelijksfeest van Veerle, de dochter van de graaf bij te wonen. Tijdens zijn tocht door een woud bemerkt Johan een enorme knots en voetsporen van een reus. Iets verderop vindt hij de reus die een bad neemt aan een watervalletje. Zijn naam is Baloch en hij dient Verdal, de tovenaar. Baloch maant Johan het woud te verlaten. Een enorm rotsblok dat hij boven zich uitsteekt moet zijn woorden kracht bijzetten. Johan maakt aanstalten om te vertrekken maar blijft de reus gadeslaan. Wanneer Baloch even later richting een jong herderinnetje loopt, komt Johan tussenbeide, waarop de geweldenaar verdwijnt. Het herderinnetje vertelt Johan dat de tonen van haar fluit Baloch tot rust brengen en de reus haar vriend is.

Ondertussen naderen enkele boze boeren de herdershut van de vader van het meisje. Ze verwijten de herder dat zijn dochter de reus aanzet om de akkers te verwoesten. Johan schiet te hulp en de boeren kiezen snel het hazenpad. De herder vertelt Johan over de boosaardige tovenaar Verdal en zijn macht over de reus. Johan besluit de graaf om hulp te vragen.
Aangekomen in het slot volgt een gemoedelijk weerzien tussen Johan , zijn jeugdvriendin Veerle en de graaf. Hierbij uit de graaf zijn ongerustheid omtrent zijn andere, jaloerse dochter Hermine.
Die dag wordt een jacht georganiseerd . Veerle besluit niet deel te nemen omdat haar paard onhandelbaar is. Hermine wil zich bewijzen door het paard te berijden in Veerles plaats. Maar de graaf is hard en verbiedt haar dat onverbiddelijk.
Pinak, de nar die in dienst van de tovenaar Verdal werkt, benadert de jonkvrouw en regelt een ontmoeting tussen Hermine en de tovenaar. De tovenaar vertelt haar dat Veerle alle macht naar zich toe zal trekken, maar dankzij zijn steun zou Hermine burchtvrouwe kunnen worden. Een blik in de toekomst zet zijn woorden kracht bij. In ruil voor goud en een plaats naast Hermine, eens zij de kroon van Reynhorst draagt, verleent hij haar steun.

Enkele dagen later komt Erwin , de verloofde van Veerle aan. Ter zijner ere wordt een paardenrace georganiseerd. Erwin neemt het op tegen Johan. Het is een nek aan nek race, maar plots valt Erwins paard dood neer. Pinak de nar stookt Erwin op en maakt hem wijs dat Johan zijn paard vergiftigde. Er wordt bewijsmateriaal gevonden in de kamer van Johan. Hermine heeft een klein gifbekertje in Johans koffer gelegd. Erwin beschuldigt Johan, die zijn eer verdedigt met het zwaard. Na een heftige kamp is Erwin aan Johan overgeleverd. Plots roept Hermine uit het raam dat zij de schuldige is. Pinak gooit een kandelaar tegen het achterhoofd van Hermine, die in elkaar zakt.
In het nauw gedreven tracht Pinak te vluchten, maar maakt een dodelijke val. Hermine bekent alles en vertrekt naar de kust om te herstellen. Er volgt een bescheiden verlovingsfeest, waarop enkele charlatans de jonkvrouw de toekomst trachten te voorspellen.
Verslagenheid alom, wanneer Verdal met Baloch de feestzaal betreedt. Hij eist het recht op om de toekomst van Veerle te voorspellen. Veerle stemt toe om de lieve vrede te bewaren en Verdal grijpt zijn kans. Zijn hypnose heeft Veerle in een diepe slaap gebracht , waaruit zij niet ontwaakt. Wachters willen Verdal stoppen , maar Baloch maakt de weg vrij.
Erwin trekt er met een afdeling ruiters op uit om Baloch en Verdal te verslaan. Johan gaat mee. Baloch weigert zich over te geven en de strijd barst los. De reus verslaat zijn tegenstanders en weet tot bij zijn meester te komen. Deze jaagt de aanvallers weg en spreekt van een zilveren hoorn met toverdrank die Veerle kan redden. Erwin is gewond en moet zich laten verzorgen. Voorlopig lijkt de strijd gestreden.

De volgende nacht dwaalt een man in kapmantel door de burcht. Hij neemt een geheime gang en verlaat de burcht. Wanneer hij Baloch tegenkomt wordt hij ontmaskerd: het is de graaf zelf. De wanhopige vader tracht Baloch om te kopen en zijn boze meester te ontvluchten. De reus wordt woedend en grijpt de graaf naar de keel. Wanneer Baloch de genadeslag wil geven, dringt de graaf door tot het verstand van de reus. Hij brengt Baloch aan het twijfelen omtrent de oprechtheid van Verdal. Baloch bekent de priemende ogen van zijn meester te vrezen en gaat samen met de graaf naar de tovenaar om de waarheid te achterhalen. De tovenaar bemerkt de kentering in zijn magische bol en hernieuwt zijn greep op Baloch. De graaf kan ontkomen, komt tot Verdal en smeekt hem zijn dochter te genezen. Tevergeefs.
Johan en Erwin besluiten nog een poging te wagen om de tovenaar te verslaan. Ze bereiken de grot en weten de tovenaar te verrassen. Na een gevecht sterft Verdal door Johans zwaard. Johan neemt het nu op tegen Baloch, terwijl Erwin met de hoorn naar Veerle snelt. Na een val liggen Johan en Baloch versuft op de grond. Baloch komt bij en zet de achtervolging op Erwin in. Net wanneer de reus Erwin te pakken heeft klinkt de fluit van Elsje, het herderinnetje. De betovering van Baloch is direct verbroken en Erwin is gered. Nu kan ook Veerle gered worden.

De herder en zijn dochter worden rijkelijk beloond. Baloch krijgt de functie van bewaker van het woud, in dienst van de graaf. Na het verlovingsfeest verlaat Johan Reynhorst, nieuwe avonturen tegemoet.

“Baloch, de reus” is gewoon weer een goed en typisch Vandersteen-verhaal, maar wel een beetje braaf. De tekeningen, die geïnkt zijn door Frank Sels, als opvolger van de briljante Karel Verschuere, zien er prima uit. De decors zijn over het algemeen prachtig en komen de middeleeuwse sfeer helemaal ten goede. Kijk bijvoorbeeld eens naar de herdershut van de vader van Elsje op strook 6. Het scenario bevat kenmerkende thema’s als ridderlijkheid, duistere krachten en opofferingsgezindheid, die we natuurlijk kennen van de geestelijke vader van de Rode Ridder. En net op tijd loopt alles weer goed af.
Opvallend detail in het kader van de familiegeschiedenis van Johan is de onthulling dat Johan en Veerle als kinderen samen in de weide van Reynhorst hebben gespeeld. De Rode Ridder heeft dus zijn jeugd hier doorgebracht. Past dit wel in de latere vertelsels van Biddeloo met betrekking tot het kasteel van Horst? Misschien dat jongere fans dit beter dan ik kunnen verklaren. Voor mij zijn dat soort reconstructies van de latere Johan te weinig relevant
Wat ik wel altijd een mooi citaat vind van de Rode Ridder, is zijn in strook 7 gebruikte waarschuwing “Dan zal ik jullie met het plat van mijn zwaard laten kennis maken!”. Dat maakte in de jaren 60 wel vaker indruk. En wat heb ik bij herlezing van dit album na zovele jaren weer genoten van de donkerblauwe inkt op dat typisch riekende papier uit die jaren.


Verhaalonderdelen

Personages

Locaties

Voorwerpen

De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij