Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Uitgiftejaar

1971

Terwijl men op Camelot druk bezig is met de wederopbouw van het rijk van koning Arthur en de bijhorende instellingen, keert Johan terug naar de burcht na een lange tocht. Onderweg heeft hij een ontmoeting met een angstige landbouwer, die hem vertelt hoe zijn stier door een onbekend waterwezen werd meegesleurd. Hoewel het verhaal voor Johan nogal onwaarschijnlijk overkomt, belooft hij de zaak nader te zullen laten onderzoeken. Bij zijn terugkeer te Camelot wordt hij door een bedrukte Merlijn opgewacht, die hem waarschuwt voor de wraak van de duivelse Qrandar, aartsvijand van de toekomstige koning Parcifal (album 51: Excalibur). Speciaal voor deze situatie wordt zelfs de eerste Ronde Tafel-bijeenkomst sinds de dood van Koning Arthur belegd, waarin besloten wordt dat de ridders elk op eigen kracht de Zwarte Magiër zullen trachten te achterhalen. Johan wenst niet tussen vier muren opgesloten te blijven, maar zijn wapenmakkers Lancelot en Carlioen van Detmold staan erop hem te vergezellen.

Koppig en eigenwijs als hij is, besluit Johan alleen de confrontatie met Qrandar aan te gaan, niet wetende dat hij daarmee zijn noodlot tegemoet rijdt. Op zijn tocht komt hij aan in een overvolle herberg, waar een minstreel zijn aandacht weet te trekken met de droeve ballade van de gevangen deerne Astra in de watermolen. Johan nodigt de man uit voor een beker wijn aan zijn tafel en deze verzekert hem dat de ballade op wate feiten gebaseerd is, maar durft in de herberg niet voluit spreken. Johan zoekt hem 's nachts op zijn kamer op, maar dan blijkt hij reeds met de noorderzon vertrokken zijn. Hij heeft echter zijn luit achtergelaten met een verwijzing voor Johan om eens naar de binnenkant van het instrument te kijken. Daarop is een schilderij te zien van de watermolen en een portret van de (hoe kan het ook anders?) beeldschone Astra. Wanneer de ridder ook nog eens gekweld wordt door een nachtmerrie waarin een wanhopige Astra hem om hulp roept, wordt het hem te machtig en nog diezelfde nacht verlaat Johan de herberg om de waarheid achter de ballade te ontdekken.

Onderweg ontmoet hij langs de rivier een paniekerige en doofstomme visser, die hem de weg naar de watermolen toont. Op de uiteindelijke weg naar zijn eindbestemming passeert hij nog langs een waterval, waarhij het gebeente van vee aantreft. Het wordt Johan duidelijk dat er zich langs de rivier onverklaarbare gebeurtenissen afspelen, maar even later wordt zijn aandacht volledig opgeëist door de watermolen, die ook in werkelijkheid blijkt te bestaan!

De Rode Ridder besluit de nacht door te brengen aan de rand van de watermolen, maar 's nachts komt het rad plots in beweging en even later wordt zijn paard door het mysterieuze waterwezen meegesleurd. Daarop klimt Johan langs het rad naar boven en treft tot zijn verbazing één van de dichtgespijkerde ramen open aan. Hij komt terecht in een gerieflijke kamer, waar een maaltijd op hem schijnt te wachten. Johan laat zich deze welgevallen, maar kort daarop wordt hij door vermoeidheid overmand en tijdens zijn slaap wordt hij in de kamer door Astra bezocht, die duidelijk in hem een nieuwe hoop op bevrijding ziet. Wanneer hij terug ontwaakt, vindt Johan een nieuwe maaltijd op tafel en een kanten sluier aan het kleine waterbassin in de kamer. Een klein onderzoek leert hem dat het bassin uitgeeft op een ondergrondse geheime gang en onverschrokken gaat hij hier verder op onderzoek uit.
Intussen zijn Lancelot en Carlioen van Detmold in hun zoektocht naar Johan in hetzelfde gebied terechtgekomen en ontmoeten de doofstomme visser, die echter op miraculeuze wijze plots zijn spraak teruggevonden heeft en de beide heren opzettelijk op het verkeerde spoor zet, wat groot onheil voor Johan lijkt in te luiden!

Johans speurtocht door de geheime gang leidt hem tot bij het waterrad, waarna hij terug naar de kamer keert en daar de tweede maaltijd nuttigt. Weer wordt hij door vermoeidheid overmand en na zijn ontwaken stelt hij vast dat hij vastgebonden is en is overgeleverd aan zijn doodsvijand Qrandar. Eerst vermoedt Johan dat Qrandar de gijzelnemer van Astra is, maar des te pijnlijker blijkt de werkelijkheid: Astra is in werkelijkheid de zuster van de Zwarte Magiër en samen met de minstreel en de doofstomme visser als hun handlangers hebben de zoon en dochter van Bahaal de legende van de watermolen opgezet als een valstrik om hun wraak op de Rode Ridder te kunnen voltooien. Johan zal worden vastgebonden aan het rad en verscheurd worden door het waterreptiel dat door Qrandar afgericht is. Wanneer Johan nog even een moment alleen is, probeert hij nog tot Astra door te dringen, maar de jonge vrouw kijkt onbewogen toe hoe hij door het rad onder water wordt gesleurd. Betekent dit het definitieve en gruwelijke einde van de Rode Ridder?

Wanneer de Rode Ridder dreigt verscheurd te worden door de hagedis, dringt de vreselijke werkelijkheid door tot Astra en met pijl en boog schakelt ze het monster en de visser uit, met wiens dolk Johan zich kan bevrijden en zich bij haar in de watermolen kan voegen. Enkel Qrandar en de minstreel blijven nog over aan de watermolen, maar Qrandar beschikt nog over de roversbende van Joris de Eenarm. Een deel van de bende zal hij gebruiken om de watermolen in te nemen, een ander deel moet afrekenen met Lancelot en Carlioen. Beide ridders hebben intussen door dat ze door de visser op het verkeerde pad werden gestuurd en zijn op hun stappen teruggekeerd. De rovers vallen de watermolen langs verschillende kanten aan, maar worden uitgeschakeld door de pijlen van Astra en de vuisten van Johan, hoewel hij gewond is aan zijn rechterarm. Nadat ze vaststellen dat ze zeven makkers in de strijd verloren hebben, dreigen de boeven te muiten, maar een goed gevulde beurs met goudstukken brengt hen op andere gedachten. Johan en Astra beseffen dat de volgende dag de beslissing zal brengen en brengen in de belegerde watermolen hun eerste liefdesnacht door. Astra hoopt dat haar liefde voor Johan bij hem de herinnering aan haar vroegere wraaklust zal uitwissen.

Inmiddels lopen Lancelot en Carlioen in een donker bos in een hinderlaag van de roversbende en net op het moment dat zij als gevangenen voor Qrandar gesleept zullen worden, worden zij ontzet door een sterke afdeling van ridders van de Ronde Tafel. Een boef biecht het hele plan op van Qrandar, waarna de ruiters een wedren beginnen tegen leven en dood.

Aan de watermolen heeft Qrandar een nieuw plan uitgewerkt om Johan en Astra in handen te krijgen en stelt tot zijn vreugde vast dat het waterreptiel nog in leven is. Op het moment dat hij bij het krieken van de dageraad de ultieme aanval voorbereidt, wordt zijn roversbende totaal verrast door een stormaanval van de ridders. De duivelsprins slaagt er nog in om via de geheime gang door te dringen in de molenkamer en valt Johan met zijn zwaard in de rug aan. Astra voorvoelde deze aanval blijkbaar en werpt zich onbaatzuchtig voor Johan, waarna de Rode Ridder er in zijn woede in slaagt om Qrandar te ontwapenen en hem het water in mept. Daarin wordt Qrandar verscheurd door het dier dat hij zelf heeft afgericht.

In de molenkamer speelt zich op dat moment het zonder twijfel meest tragische moment in de hele reeks van de Rode Ridder af: de zwaardslag die Astra voor Johan opving, bleek dodelijk te zijn en met een innige kus neemt de blonde schoonheid afscheid van Johan. Johan zelf is totaal gebroken door het drama en met veel pijn en moeite overtuigt zijn wapenmakker en boezemvriend Lancelot om hem en de andere Ronde Tafelridders terug naar Camelot te vergezellen. Op hun terugweg stellen ze vast dat het waterreptiel bezweken is aan de verwonding, die het werd toegebracht door de pijl die Astra op hem had afgeschoten.

Na de terugkeer op Camelot zondert Johan zich volledig af van zijn vrienden en tracht zijn verdriet alleen te verwerken. Lancelot en Merlijn, zonder meer zijn beste vrienden in zijn Ronde Tafel-periode, maken zich ernstig zorgen over zijn gemoedsgesteldheid en de wijze tovenaar besluit om het antwoord voor het probleem in de sterren te lezen. "Tijd heelt alle wonden, maar voor Johan staat de tijd stil!" luidt zijn conclusie en daarom adviseert hij Johan om terug te keren naar Vlaanderen, waar hij vergetelheid zal vinden. Lange tijd kijkt Merlijn de vertrekkende ridder nog na en met het laatste deel van deze laatste Camelot-trilogie in de oude reeks komt er een 'definitief' einde aan de avonturen van Johan in het Engeland dat tussen mythe en geschiedenis zweeft...

Zonder twijfel hoort deze laatste aflevering van de laatste Camelot-trilogie in de oude reeks naar mijn mening tot de top-vijf van de Rode Ridder-albums en op het gebied van tragiek is het gewoon het beste album ooit in de reeks verschenen. Natuurlijk heb je ook het roerende afscheid tussen Johan en Galaxa in De Toverspiegel (album 58), maar daar weten beide geliefden tenminste nog van elkaar dat ze leven en elkaar binnen een bepaalde tijd zullen terugzien. Het verlies van Johans eerste echte geliefde en zijn 'definitieve' vertrek uit Engeland vormt het ideale einde van zijn engagement bij de orde van de Ronde Tafel en daarom is het jammer dat deze prachtige episode uit de Rode Ridderreeks voor een groot stuk wordt teniet gedaan door de terugkeer van een nep-Arthur in latere albums. De belevenissen rond Camelot en de Ronde Tafel vormen een boeiend onderwerp om over te schrijven, maar soms blijft een diamant mooier schitteren wanneer je ze ruw laat en niet verder tracht te bewerken.

Het mysterieuze karakter en het dramatische gehalte van dit verhaal zijn tekenend voor de Rode Ridder-albums tussen nummer 50 en 70 en daarom behoren zij dan ook tot de beste van de reeks. Een dergelijke pessimistische toon vind je ook terug in albums als De koraalburcht (55), De toverspiegel (58) en De IJzeren Hand (59) en dat spreekt mij enorm aan.

Twee fasen in dit verhaal zijn op het gebied van diepgang en intensiviteit zo sterk dat ze in latere albums maar moeilijk geëvenaard werden. Vooreerst is er natuurlijk het bijzonder droeve afscheid van Astra, zonder meer het meest tragische moment in de reeks ooit en op de tweede plaats komt de wijze raad van de oude Merlijn aan de gebroken Johan, die zo echt de rol van een liefhebbende vader op zich neemt. "Hou op met jezelf te kwellen! In Camelot wegen herinneringen als de jouwe zwaar... Een lange reis... Keer terug naar je vaderland... Daar zul je vergetelheid vinden!" zijn woorden die bijblijven en in latere albums later genoeg nooit meer echt in zulke sterke mate terugkwamen. Karel Biddeloo had de verwerking van Johans rouwproces in andere albums nog verder kunnen uitwerken dan enkel een kleine vermelding in het begin van De samoeraï (53), maar met een triestige en depressieve Rode Ridder waren de fans waarschijnlijk niet gediend.

Gelukkig voor Johan komt hij enige albums later zijn echte grote geliefde tegen (Galaxa), maar jammer genoeg voor beiden kunnen ze nooit veel tijd met elkaar doorbrengen. Als Astra het er in de watermolen levend van had afgebracht, had ze meer tijd kunnen doorbrengen met Johan, maar dan was hij misschien eerder een soort saaie hofridder op Camelot geworden. Anderzijds verdient Johan misschien eerder een vrouw als Galaxa, want bij haar was het duidelijk liefde op het eerste gezicht, terwijl Astra in de loop van het verhaal een metamorfose doormaakte van een wraakzuchtige feeks tot een liefdevolle en toegewijde minnares. Het arme kind heeft echter veel goed gemaakt door tweemaal het leven van Johan te redden en bovendien bij de tweede redding haar eigen leven af te staan. Zou Galaxa dat over hebben voor Johan?

Er blijven een aantal vragen bestaan rond de herkomst van Astra. Zij wordt omschreven als de wraaklustige zuster van Qrandar, maar in de loop van het verhaal komt haar goede kant boven en evolueert zij bijna tot een goede fee. Van Qrandar was bekend dat hij de zoon was van de Prins der Duisternis, die in gemeenheid zijn vader op zijn minst evenaarde (persoonlijk beschouw ik Qrandar als de meest doortrapte vijand die Johan ooit tegenover zich heeft gehad, want zelfs Bahaal zou zijn eigen dochter of zuster misschien niet zomaar afslachten), maar we moeten aannemen dat Bahaal ergens ooit een goede kant heeft gehad, vermits hij een mooie en liefdevolle dochter kon voortbrengen. Het zou natuurlijk best kunnen dat Astra meer aarde naar haar moeder, maar de vraag is dan ook wie de moeder van Qrandar en Astra was.
Vermits Biddeloo in de Kronieken van Merlijn de afkomst van Bahaal meer heeft verduidelijkt (als de doortrapte Naamloze Ridder), zou het misschien ook eens de moeite waard zijn om een of meer albums te wijten aan de afkomst van Astra. Zou het misschien kunnen dat zij, hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt, de dochter is van Bahaal en een of andere goede Fee?

Encyclopedie

Personages