Algemene informatie
Tekeningen
Scenario
Uitgiftejaar
1982
Samenvatting
We vinden Johan langs de rand van een uitgestrekt woud, waar hij op weg is naar de nabijgelegen stad Zabriz. Voordat Johan daar arriveert heeft hij een ontmoeting met een vreemde vrouw, die hem op weg helpt naar de stad en hem waarschuwd voor de Rifka's, de kwaadaardige bosdwergen die in het woud leven. Nog voordat hij haar meer kan vragen is ze verdwenen, en is hij genoodzaakt zijn tocht verder te zetten.
Voor Johan wordt het een drukke dag, want al gauw ontmoet hij ook nog enkele mensen uit de stad die offers brengen aan de goede woudfee Awura, en zij blijkt ook de verschijning te zijn die Johan eerder ontmoette. Ook de Rifka's worden kort toegelicht. Na deze aanvullende informatie over de plaatselijke flora en fauna komt plots een groot aantal ruiters aanrijden; De Scharlaken Brigade. Deze beschermers van vrede en rechtvaardigheid van de streek tonen meteen hun moed en kunde als een onvoorzichtig jongetje zich voor de aanstormende paarden begeeft. Ook de woudfee Awura draagt bij tot een goede afloop.
Na deze introductie van de hoofdrolspelers gaat Johan op zoek naar onderdak in de stad. Tegenlijkertijd wordt Awura overvallen in het woud door de kwaadaardige Rifka's, maar Johan is niet in de buurt om haar te helpen. Eenmaal in de stad ontmoeten we de overige karakters: provoost Gillian, vertegenwoordiger van het koninklijk gezag, met zijn gevangene Drjen, een gevaarlijke hoofdman van de plaatselijke roversbende. Ook York en Muulsh, de twee alchemisten die we eerder zagen zijn weer van de partij.
Rode draad is de reis die de provoost moet maken naar de havenstad Mogador, om daar zijn gevangene te berechten. Maar de reis zal hen dwars door de zwarte zandvlakte voeren, waar de Mingouls, een oorlogszuchtige stam nomaden, de scepter zwaaien. De Scharlaken Brigade kan de reis niet begeleiden, zonder Zabriz onbewaakt te laten. De provoost besluit daarop om met een omweg door het woud te reizen, en Johan biedt zich aan als begeleider van het reisgezelschap. Ook York en Muulsh zullen meereizen. De kerkerwagen, een soort rijdende gevangenis, zal hun vervoermiddel zijn. De Scharlaken Brigade is wel in staat om voor een escorte zorgen tot aan het woud.
De reis blijkt er een vol gevaren. We noemen de Rifka's, de Mingouls en tenslotte maken we kennis met de kornuiten van Drjen, die plannen smeden om hem te bevrijden tijdens de reis. Allen hebben het voorzien op ons reisgezelschap, dat onder bewaking van de brigade voorlopig zorgeloos kan reizen. Wat volgt is een afwisseling van aanvallen van rovers en de Mingouls, maar die aanvallen worden vooralsnog afgeslagen omdat de brigade in de buurt is.
als ze het woud bereiken ontdekt Johan een gewonde Rifka, die hem op de hoogte brengt van het lot van Awura. Zij is gevangen genomen door de Rifka's, die de macht over het woud willen. Daarop besluit Johan om haar te gaan bevrijden, en hij trekt het woud in. De Rifka's slagen er ondertussen in om het woud tot leven te brengen, en de moordlustige flora heeft het al snel voorzien op ons reisgezelschap. Drjen weet te onstnappen, maar lang kan hij niet van zijn vrijheid genieten als hij met zijn rovers door het woud wordt gereduceerd tot potgrond. Na halsbrekende toeren en dankzij de brouwsels van York en Muulsh weet Johan de woudfee Awura te redden, en zij herstelt de rust in het woud en verdrijft de Rifka's.
Daarna bereikt de kerkerwagen weer de zandvlakte.Wat volgt zijn wederom schermutselingen met enkele overgebleven rovers, en de grote finale met de Mingouls. Net als de kerkerwagen dreigt te worden overmeesterd verschijnt de Scharlaken Brigade ten tonele en vaagt de nomaden van de kaart. Provoost Gillian heeft er zijn buik vol van, en dient zijn ontslag in. Hij zal verder in dienst treden als lijfwacht van York en Muulsh. De Rode Ridder zal met de kerkerwagen terugreizen naar Zabriz.
Het uitgangspunt van dit verhaal is klassiek: een bont gezelschap gaat met een gemeenschappelijk doel op reis (een queeste), waarbij het hoofd moet worden geboden aan talrijke obstakels en vijanden. Het is ook niet het eerste RR-album waar van dit uitganspunt gebruik wordt gemaakt. Ook veel boeken en strips in het fantasy-genre maken gebruik van dit gegeven. Ik noem bijvoorbeeld de boeken van Tolkien (De Hobbit en In de ban van de Ring) en Robert Jordan (eerste delen van de Wheel of Time-cyclus), en strips als Tyndall en Storm.
Maar waar deze voorbeelden meerdere delen nodig hebben om het verhaal te vertellen, wordt in de Scharlaken Brigade het verhaal er in een noodvaart doorheen gejaagd. Het resultaat laat zich raden. Wat wil je ook met zoveel karakters in een enkel album? Een opsomming: De Scharlaken Brigade, Provoost Gillian, Rovershoofdman Drjen, de roversbende, de Rifka's, De Mingouls, York en Muulsh, Awura en tenslotte Lori de wagenmenner.
Het kernprobleem van het verhaal is dat het op twee benen hinkt. Enerzijds is er het fantasy-achtige verhaal van de woudfee Awura en haar krachtmeting met de Rifka's. Aan de andere kant is er de "serieuze" verhaallijn van de scharlaken brigade die de stad Zabriz moet beschermen tegen de wrede mingouls en de roversbende van Drjen. Daar doorheen probeert men een verhaal te weven van de reis van Provoost Gillian, Johan en Lori, waarbij York en Muulsh weer meedoen om het amusementsgehalte nog wat op te voeren. Met zoveel gegevens kan niets worden uitgediept, en blijft het een oppervlakkig en onsamenhangend geheel. Met name de verhaallijn van Awura en de Rifka's lijkt geheel overbodig. Ook de tegenstelling tussen de fantasy- en de "serieuze" verhaallijn werkt storend.
Enkele andere punten bij dit album:
- De motieven van de Rifka's komen niet verder dan het "vernietigen van de vijanden der bosdwergen". De verhaallijn van Awura en de Rifka's had beter in een apart album gepast.
- Het hele idee achter de omweg door het woud is om de Mingouls te ontwijken. Hoe kan het dat op het moment dat de kerkerwagen het woud verlaat de gehele macht der Mingouls in een hinderlaag ligt?
- Een hele pagina wordt er besteed aan de vrouwelijke wagenmenner Lori. Vervolgens zien we haar het hele verhaal nauwelijks meer.
- Gelukkig valt het verhaal niet helemaal als een kaartenhuis in elkaar, omdat men er toch in slaagt de verhaallijnen op sommige punten bij elkaar te laten komen (Als bijvoorbeeld woudfee Awura de Brigade waarschuwt voor de hinderlaag).
- Ook goed is het tekenwerk van Biddeloo, die op dat moment nog mooie figuren weet neer te zetten die anatomisch correct zijn, en die de actie goed weergeven. (Al zijn de vrouwen in dit stadium allemaal kopieën van elkaar).
- Natuurlijk is het niet eerlijk om zomaar een vergelijking te trekken tussen tolkien en dit verhaal van de RR. Het is juist de charme van de strip dat grootse avonturen in een beperkt aantal pagina's worden meegemaakt. Meester van ingewikkelde verhaallijnen blijft Vandersteen, die dit feilloos beheerst in de eerste verhalen van de Rode Ridder (neem bijvoorbeeld eens een album als Noodkreet uit Cambor). Biddeloo kan ook veel beter.