Algemene informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

2/1997

Samenvatting

De jonge schapenhoedster Maryssa wordt achtervolgd door een meute bloeddorstige wolven, als plots een aantal vuurpijlen het ongedierte op de vlucht jagen. De pijlen zijn afkomstig van een krijger in een rode tuniek: Johan, de Rode Ridder. Johan is in de streek omdat hij een aantal bizarre geruchten, die de ronde doen over de Walburgis-abdij, wil onderzoeken. Naar verluidt, zou een duivelsaanbidder ingemetseld zijn in de kelders van de abdij en zou zijn geest er nog rondwaren. Johan is natuurlijk van geen kleintje vervaard, en begeeft zich naar de vervallen abdij. Zijn boog en pijlenkoker staat hij af aan het jonge herderinnetje, zodat die zich kan verdedigen tegen eventueel terugkerende wolven.

Zodra hij op het terrein van de abdij is, ziet hij een stoet van geestelijken, die een doodskist in een crypte laten glijden. Johan's nieuwsgierigheid is gewekt, en even later dringt hij de crypte binnen. De doodskist blijkt vol kostbaarheden te zitten, en de grafkelder is een ware schatkamer. Het rondneuzen van Johan wordt echter niet op prijs gesteld, en al gauw raakt hij slaags met enkele monniken, die allen een wapen dragen onder hun pij. De geestelijken worden echter tot de orde geroepen door Vader Victorius, die een verklaring geeft voor de wapendracht van zijn volgelingen en voor de kisten vol goud.

Tijdens een wandeling door de abdij vertelt hij de geschiedenis van de Obscurant, die eeuwen geleden na een hevige strijd levend ingemetseld werd. Een magisch zegel op de muur van de crypte moet de kwade geest gevangen houden, maar de macht van de Obscurant neemt stilaan toe, en de gevangenis begint barsten te vertonen. 's Nachts weerklinkt er een uitzinnige schaterlach doorheen de kelders van de abdij. De muur van de crypte is roodgloeiend, en spat uiteen wanneer de vertrouwensmannen van Vader Victorius deze willen afkoelen met wijwater. Het magisch zegel ligt in scherven uiteen, en de Obscurant heeft vrij baan.

Tot overmaat van ramp blijken de gewapende monniken een roversbende in dienst van Bahaal te zijn. Ze kunnen de Rode Ridder op een lafhartige manier overmeesteren en vastgebonden in de kelders van de abdij moet hij de triomfantelijke intrede (of beter "uittrede" ) van de Obscurant gadeslaan. De boeven zijn van plan om Johan in te metselen in de crypte van de Obscurant, als plots Maryssa tevoorschijn springt en Johan's bewaker uitschakelt met een goedgerichte pijl. Samen binden ze de strijd aan met het schurkengebroed.

Johan merkt op dat Maryssa wel zeer goed met pijl en boog kan omgaan, en al gauw toont ze zich in haar ware gedaante: Galaxa, fee van het licht. Door haar aanwezigheid ligt Bahaals macht aan banden, en een duel tussen Johan en de Obscurant vangt aan. Deze is echter geen partij voor de Rode Ridder, en neemt al gauw de benen. De 3 vertrouwelingen van Vader Victorius kunnen hem echter op een ludieke manier tot staan brengen en uitschakelen. De trawanten van de Obscurant kiezen eveneens het hazepad, maar vallen buiten de abdij ten prooi aan Galaxa's wolven.

"Catacomben" is een zeer klassiek RR-avontuur, waarbij Galaxa en Johan samenwerken om een hulpje van Bahaal in het stof te doen bijten. Het verhaal bevat bovendien een humoristische noot in de vorm van de 3 vertrouwelingen van Vader Victorius, die een nogal hoog York-en-Muulsh gehalte hebben.