Back to Top

Albums

234. De elfenring

Algemene Informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

  • 13 juni 2012

Samenvatting

Bij valavond kleurt de top van een heuvel onder magische lichtflitsen.  Merlijn en Kerwyn zijn verwikkeld in een magiërsduel.  Kerwyn voelt zich onoverwinnelijk dankzij een magische ring die hij van de elfen heeft buitgemaakt.  Een krachtige ontlading van Merlijns toverstaf maakt de kwaadaardige magiër echter al snel duidelijk dat Koning Arthurs raadsman zijn meerdere is en kiest het hazenpad.  Tot Merlijns verwondering verdwijnt zijn tegenstander als bij toverslag.  Vol vragen keert Merlijn zich om en trekt naar de herberg waar hij een afspraak heeft met de Rode Ridder.

De volgende dag trekt Johan naar de heuvel waar het magische duel plaatsvond.  Merlijn rekent immers op zijn speurneus om Kerwyn op het spoor te komen.  Onderweg wordt hij echter overvallen door een roversbende.  Johan verweert zich heftig.  In het heetst van de strijd bemerkt hij echter niet de helling naast hem en valt enkele meters lager in het gras.  De overgebleven rovers ruiken hun kans op een memorabele overwinning en snellen toe.  Tot hun verbazing blijkt de Rode Ridder verdwenen te zijn.  Ontgoocheld trekken ze terug naar de plaats van hun hinderlaag om hun volgend slachtoffer op te wachten.

Even later komt Johan bij.  Hij wordt begroet door drie elfen: prinses Gwijn, Afarnach en Pargur.  Wanneer hij opmerkt dat hij zich elfen toch kleiner had voorgesteld, moet hij plotseling vaststellen dat zelf verkleind is; zelfs het gras is hoger dan hem.  Afarnach, Gwijns raadgever, besluit het Boek van Voorspellingen en Openbaringen te raadplegen.  Een snelle lezing van het boek maakt duidelijk dat Johan is verkleind doordat hij zijn hoofd stootte in tegen de Steen der Noden.  Het boek voorspelt dat in een tijd van grote nood een held naar hun wereld zal komen om de dingen recht te zetten.  Pas wanneer hij zijn grote heldendaad heeft verricht kan hij terugkeren naar zijn wereld.

Johan wordt door het drietal snel ingelicht over de toestand in het elfenrijk:  prinses Gwijn en haar twee gezellen worden gezocht door een boosaardige tovenaar die korte tijd ervoren in het land arriveerde.  Daarnaast zijn ze zelf op zoek naar Gwijns vader, de elfenkoning, die door deze tovenaar werd ontvoerd.  De tovenaar heeft zich met zijn slachtoffer vermoedelijk teruggetrokken in het Oud Kasteel der Bomen in het Grote Dal.  Samen besluiten ze de tocht te wagen en Gwijns vader te redden.

Onderweg komen ze echter een paar keer soldaten van de Duistere Elfen, elfen die zich hebben aangesloten bij de duistere tovenaar, tegen.  Het kleine viertal verweert zich dapper en bemerkt dat sommige Duistere Elfen bij toverslag verdwijnen wanneer ze worden overmeesterd.  Blijkbaar heeft de tovenaar minder volgelingen dan hij zou willen en grijpt hij zijn krachten aan om meer soldaten te creëren.  Tijdens één van het gevecht krijgt Afarnach plots een onaangenaam probleem: zijn riem raakte beschadigd en zijn te grote broek bemoeilijkt zijn tocht.  Met tegenzin staat Pargur zijn eigen, nieuwe riem af, zodat Gwijns raadgever uit nood geholpen is.

Na een lange tocht bereiken ze eindelijk het Grote Dal.  Te midden van een cirkel menhirs zien ze een –voor hun- reusachtige boom oprijzen.  Helemaal bovenaan prijkt het Oud Kasteel der Bomen.  In stilte naderen ze het vanuit de diepte.  Onderweg worden enkele wachtposten van Duistere Elfen onschadelijk gemaakt, maar het kasteel op zich lijkt er vrij verlaten bij te liggen.  Johan vermoedt een hinderlaag.

Plots merkt Gwijn haar vastgebonden vader op en snelt naar hem toe.  Onmiddellijk komen Duistere Elfen tussenbeide en nemen haar gevangen.  Boos komt een –eveneens verkleinde- Kerwyn tevoorschijn en schelt zijn elfenstrijders de huid vol.  Ze hadden moeten wachten tot ook Gwijns bondgenoten in waren alvorens tevoorschijn te komen.  Kerwyn eist de elfenring terug.  In het gevecht met Merlijn zag hij enkel kans om te ontsnappen door zich met de krachten van de elfenring te verkleinen, maar hierbij verloor hij echter dit magische sieraad.  Eén van de elfen van de elfenkoning kon het echter weer buit maken.

Na een korte marteling geven de elfenkoning en prinses Gwijn zich gewonnen en geven het geheim van de ring prijs: de ring is onvindbaar omdat hij eender welke vorm kan aannemen.  Slechts het gezang van Gwijn kan de ring terug zijn normale vorm geven; als hij in de buurt is.

Intussen vochten Johan, Afarnach en Pargur in een ander deel van het kasteel tegen de Duistere Elfen.  Wanneer ze de gemartelde Gwijn hoorden roepen, snelden ze toe.  Wanneer ze echter dichterbij komen, is Gwijn haar lied reeds beginnen zingen.  Tot Afarnachs verrassing valt zijn broek opnieuw op zijn hielen.  Terwijl zijn riem over de grond stuitert, neemt hij langzaam weer zijn gewone vorm aan: de elfenring!

Wanneer de transformatie voltooid is, botst hij tot vlak aan Kerwyns voeten.  Ondanks moedig verzet van Afarnach en Pargur grijpt de tovenaar de ring en wil zijn krachten aanwenden om terug zijn normale gestalte aan te nemen.  Johan bemerkt het gevaar en werpt zich zonder aarzelen op de magiër.  Johans vaart sleurt Kerwyn door de buitenmuur van het kasteel.  Terwijl beide mannen vallen groeien ze opnieuw.  In hun oorspronkelijke grootte vallen Johan en Kerwyn op de grond naast het boompje waarin het Oud Kasteel der Bomen staat.
Kerwyn grijpt snel naar de elfenring die hij opnieuw uit zijn bezit zit rollen, maar twee andere oude handen zijn hem te snel af.  Merlijn, heeft het spoor van de Rode Ridder gevolgd en raapt de ring vlak voor zijn tweelingbroer op.  De raadgever van Koning Arthur neemt Kerwyn gevangen en geeft de elfenkoning zijn magisch eigendom terug.  Terwijl Johan en Merlijn het elfenrijk verlaten bereiden prinses Gwijn, Afarnach en Pargur een groot feest voor om de redding van het elfenrijk te vieren.

 

Net als in ‘Duivelsmist’ gaat Claus met de Rode Ridder de fantasy-toer op.  Helaas bewijst hij ook met dit album dat hij enkele essentiële momenten in de reeks niet correct weet te situeren.  De sterke start, een knapste mix van actie en magie die de reeks ooit gekend heeft, wordt hierdoor helaas overschaduwd, want elke oudere fan weet immers dat Merlijn nooit zijn mysterieuze tegenstander kende.  Daarnaast kent het verhaal ook enkele humorfragmenten die jammer genoeg niet zo overkomen.

Op tekenvlak worden we voor de zoveelste keer op rij door Claus verwend.  Vaak gedetailleerd, op andere plaatsen doelbewust en correct de achtergrond achterwege gelaten; kortom al men wensen kan.  De verhoudingen die soms niet kloppen en de niets zeggende (maar verder ontzettende mooie) kaderranden vanaf band 25 nemen we er graag bij.

We onthouden een met magische vonken knetterend begin, subliem tekenwerk en licht verteerbare fantasy.  Laat het foutief gemanoeuvreer tussen voorgaande albums en de zinloze humor achterwege en we kijken graag uit naar het volgende album van Claus!

Verhaalonderdelen

Personages

Volkeren

Locaties

Voorwerpen

 

235. De witte waan

Algemene Informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

  • 12 september 2012

Samenvatting

Wanneer de rode ridder al dolend over de steppe trekt, ziet hij hoog boven zich de sneeuwlucht naderen. Op zoek naar een bed bezoekt hij het verder gelegen dorp. Een jonge dorpeling wijst hem de weg naar de herberg en in ruil voor een muntstuk zal hij zorgdragen voor Johan's paard en reisbuidel.

Wladi en zijn makker, twee dorpelingen, slaan de ridder gade wanneer hij de herberg binnengaat. Wanneer Johan een maaltijd en een kroes wijn bestelt, benaderden ze Georgi, de herbergier. Ze overhandigen hem een bedwelmend extract. De herbergier weet wat hem te doen staat: hij lost het extract op in de wijn en biedt hem Johan aan. Na een diepe dronk valt Johan bedwelmd neer.

Wanneer Johan de ogen opent, bevindt hij zich in een nieuwe, maar angstaanjagende wereld. Rondom hem liggende geraamtes van reusachtige monsters. Achter zich hoort hij en dreigend gegrom. Wanneer hij omkijkt ziet hij uit het duister een kwaadaardige kolos, gewapend met twee knotsen, naderbij komen. De ongewapende Johan vlucht een van de geraamtes op. Het wezen volgt echter en onder zijn gewicht stort de reusachtige wervelkolom in. Terwijl beiden recht kruipen, bemerkt Johan een puntig bod. Hij laat de kans niet onbenut en doorboort het brullende monster. Als bij toverslag lijkt het dode monster te verbranden en gaat in rook op.

Nog maar net is Johan van zijn verbazing bekomen of een nieuwe vijand af treedt uit de duisternis nadert. Ditmaal is zijn vijand in een haast onbedwingbare harnas gekleed. Wanneer de beëindigen is genaderd, vertelt hij Johan dat hij voor deze proef een wapen kan kiezen. Achter de ridder verschijnen een zwaard, een goedendag en een boog met een peil. Johan beseft dat afstand zijn sterkste verdediging is tegen deze sterke, maar tragere krijgers. Hij rent de knekeldoolhof in en grijpt tijdens het lopen instinctief naar de pijl en boog. Terwijl zijn tegenstander langzaam maar zeker nadert, richt Johan zijn enige pijl op de enige zwakke plek van zijn tegenstanders. Wanneer de pijl doeltreffend, valt de mysterieuze krijger dood neer. Ook van hem blijven slechts botten over. Johan besluit de mysterieuze ruimte verder te onderzoeken en vindt uiteindelijk een steile wand waarin een trap is uitgehouwen.

Bovenaan de trap bereikt Johan een kamer met meerdere deuren. Achter zich wordt hij plots zijn naam roepen. Instinctmatig reageert Johan en houdt een volgende krijger neer. Niet gelovend wat hij ziet, kijkt Johan naar zijn evenbeeld dat net als de vorige tegenstanders in de rook opgaat. Wanneer hij terug op kijkt, is hij omsingeld door vijf evenbeelden. Hij beseft de heikele situatie waarin hij is verzeild geraakt. Zijn tegenstanders kennen immers elke zwaarslag die hij ook kent. Snel grijpt hij van zijn neergeslagen dubbelgangers en denkt terug aan de samoerailessen vanYorimoto. Met de ogen gesloten, de gedachten uit zijn hoofd stromend en vrij spel gevend aan de zintuigen en instincten die van hem de overwinnaar van menig strijdtoneel maakten, grijpt hij zijn oude scholing aan om zich van zijn tegenstanders te ontdoen. Hoog boven hem verschijnt plotseling een opening en een lichtbundel verbindt Johan bijna.

Een vrouwenstem roept Johan toe: "goed gestreden, heerst! U hebt de eer verdient mijn paleis te betreden! "Wanneer Johan het neergelaten touwladder beklimt, bereikt hij zijn mysterieuze uitdaagster: de godin Artemis; vergezeld van haar jachtwolven.
De godin feliciteert Johan omdat hij de drie proeven tot een goed einde kon brengen: hij vond een wapen waar geen wapen was, hij koos het enige juiste wapen om zijn tegenstander te verslaan en hij versloeg de krijgers in zichzelf. De rode ridder wordt rondgeleid in haar paleis.

Duizenden kilometers zuidwestwaarts wordt Anselmo Clusis, de laatste aanbieder van Artemis, gearresteerd en bij kerkelijk inquisiteur Fra Danilo gebracht. De oude man wordt gemarteld tot hij het heiligdom dat het beeld van Artemis verbergt verklapt.

In het paleis van Artemis heeft Johan zich de woede van zijn gastvrouw op de hals gehaald. Terwijl buiten een sneeuwstorm aanvangt, voelt Johan zich in zijn vertrekken als in een gouden kooi. Een dienstmeid legt Johan uit in welke situatie bij zich bevindt: de oude goden, met Zeus als oppergod, leefden vroeger op de berg Olympus. Met de opkomst van de ene God verloren zij hun aanbidders en daarmee ook hun macht. Zij besloten de wereld achter zich te laten en te verdwijnen in de nevels van de schepping. Slechts Artemis, de godin van de jacht, bleef achter; gesterkt door de weinigen die haar nog bleven aan groepen. Eens per jaar moeten door op een strijder leveren als prooi op wie Artemis zal jagen. Uiteraard neemt men daar graag voorbijtrekkende reizigers voor.

Terwijl de dienstmeid afscheid neemt van Johan, hoopt zij dat hij in de komende jacht de jager het onderspit kan doen delven. Intussen vindt Fra Danilo in de beboste hellingen van Umbria het houdt een afgodsbeeld van Artemis.

Even later heeft de rode ridder met de touwen van zijn gordijnen een strop gemaakt. Hij lokt zijn enige bewaker naar hem en gooit bliksemsnel het strop over diens nek. De rode ridder grijpt direct naar de sleutelbos. Na enkele ogenblikken later de rode ridder zijn bewaker gebonden en buiten bewustzijn achter. Op zoek naar de uitgang bots hij echter op enkele wachters die hun nachtronde doen. Om te ontsnappen zit er voor de Rode Ridder niets anders op dan zich door het raam naar buiten te werpen.  De intussen aangedikte sneeuwlaag breekt zijn val.  Ongewapend vlucht Johan de heersende sneeuwstorm op de steppe in.

Geruime tijd later wringt Johan een weg voorwaarts door de kniehoge sneeuwlaag.  Door de sneeuwval ziet hij slechts enkele tientallen meters ver.  Aan het gehinnik van paarden hoort hij dat zijn achtervolgers vlakbij zijn en besluit zich onder te graven in de sneeuw.  Zijn list werkt.  Een voorbijrijdende ruiter wordt uit het zadel geworpen en Johan neemt onmiddellijk zijn zwaard en paard over.  De overige ruiters zien nog slechts even zijn schim alvorens hij in het duister voor goed voor hen verdwijnt.

Intussen heeft Artemis beslist dat de jacht officieel geopend is en heeft ook zij met haar wolvenroede de achtervolging ingezet.  Terwijl het dag wordt, heeft ze Johans spoor in de sneeuw opgepikt.  Groot is haar vreugde wanneer Johan een ongekend manouvre maakt: in plaats van zo snel mogelijk het jachtgebied van Artemis te ontvluchten, keert hij zich om rijdt met een wijde boog terug naar Artemis’ burcht.  Ondanks Johans moedige poging om de rollen om te keren en de godin van de jacht zelf te kunnen opjagen, haalt de wilde wolvenroedel hem in.  Even kan de Rode Ridder zich nog verweren, maar wanneer hij door de wolven van zijn paard wordt getrokken, ligt hij hulpeloos op de grond.  De godin spant haar boog en schiet haar dodelijke pijl op haar wild.  Terwijl de pijl zijn baan in de hemel beschrijft, worden in het verre Italië echter Anselmo Clusis en het houten afgodsbeeld van Artemis op de brandstapel geëxecuteerd.  Als bij toverslag gaan Artemis en haar pijl in rook op vlak voor de pijl Johans borst bereikt. Artemis is op onbegrijpelijke wijze verslagen.

Met deze blijde boodschap trekt de Rode Ridder terug naar de burcht van Artemis, waar haar gedwongen dienaren het nieuws met veel plezier aanhoren.  De kleine groep vergezelt de ridder naar het dorp waar dit avontuur voor hem begon.  Terwijl de meeste dorpelingen de groep van harte welkom heten, knijpen Wladi en zijn makker er stilletjes tussenuit.

Verhaalonderdelen

Personages

Locaties

Voorwerpen

Extra informatie

Oorspronkelijke cover van 'De witte waan'Aanvankelijk werd een cover voorzien waarop Johan door de wolven van Artemis omsingeld werd.

Pas kort voor het uitbrengen van het album werd beslist om de volledige cover te hertekenen en wat vrouwelijk schoon toe te voegen.

236. De Zwarte Narcis

Algemene Informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

  • 14 november 2012

Samenvatting

Tijdens een van zijn vele omzwervingen ziet Johan de vuurgloed boven een afgelegen dorp al van ver als een teken dat men hem nodig heeft bij het blussen.  Groot is zijn verwondering dan ook wanneer hij ter plaatse moet vaststellen dat de dorpelingen de huizen laten platbranden om twee kinderen, die ze verantwoordelijk achten voor het vuur, op te hangen.

Johan bevrijdt het tweetal en met hun drieën vluchten ze weg.  Wanneer ze ver genoeg van het dorp verwijderd zijn, doet het tweetal hun verhaal.  Ze heten Rik en Lorrie en zijn broer en zus.  Aanvankelijk beweren ze dat ze thuis zijn weggegaan en niet meer terug willen.  Ze besluiten de Rode Ridder te volgen.

Naarmate hun tocht vordert, geven de kinderen echter een tragische verhaal: hun moeder is ontvoerd door Zwarte Narcis, een dame met magische krachten.  Hun vader werd door haar soldaten voor hun ogen vermoord terwijl hij zijn vrouw en kinderen wou verdedigen.  Lorrie en Rik werden ook meegevoerd naar het kasteel van Zwarte Narcis, maar wanneer de kwaadaardige kok op tragische wijze om het leven kwam, vreesden ze van moord beschuldigd te worden.  Johan besluit de kinderen te helpen bij de bevrijding van hun moeder.
Het tweetal verzweeg echter dat ze bij het verbergen van het lichaam van de kok op enkele magische perkamenten zijn gestoten.  Gedurende de tocht kan Rik meermaals niet aan de verleiding weerstaan de toverspreuken op deze perkamenten uit te proberen en haalt daarmee ongewild het ongeluk op de hals.

Wanneer het moedige drietal uiteindelijk aankomt bij het kasteel van Zwarte Narcis, worden Lorrie en Rik opnieuw gevangen genomen.  Zwarte Narcis ziet de perkamenten en bedreigt de kinderen tot ze de vindplaats in de voorraadkamer verklappen.  Onmiddellijk laat Zwarte Narcis, die reeds lang op zoek is naar de geheime bibliotheek van Illumis, de muur in de voorraadkamer openbreken.  Tot haar grote vreugde vindt ze wat ze zoekt: alle geschriften van deze grote magiër.

Ze neemt één van de boeken en demonstreert haar nieuwe macht aan de aanwezigen door enkele afschuwelijke monsters op te roepen.  De Rode Ridder beseft echter dat hij niet mag talmen.  Terwijl Rik enkele losvliegende perkamenten bijeen grabbelt, rekent hij af met de gedrochten.

Om Zwarte Narcis’ macht te breken doorboort hij het magische boek.  Het gevolg is een spectaculaire explosie.  Zwarte Narcis is verdwenen; Lorrie en Rik kunnen hun moeder weer in alle vrijheid omhelzen.  Johan kan met een gerust gemoed zijn zwerftocht verder zetten… Of toch niet?

Encyclopedie

Personages

Locaties

Voorwerpen

De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij

241. De zwarte weduwe

Algemene Informatie

Tekeningen

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

  • 5 februari 2014

Samenvatting

De Rode Ridder wordt uitgenodigd voor het huwelijksfeest van Franseza en Boidin, haar intussen reeds vierde echtgenoot. De volgende ochtend wordt Boidin, die als één van de laatste aanwezigen het feest verlieten, dood teruggevonden in de gang; op weg naar het huwelijksbed dat hij nooit zou bereiken.  Franseza lijkt haar naam van 'Zwarte Weduwe' alle eer aan te doen.

Gaelle, de zus van Franseza, spreekt de Rode Ridder aan over de ogenschijnlijk toevallig dood.  Door de dood van al haar echtgenoten lijkt het toeval Franseza uiterst gunstig gezind te zijn geweest.  Door erfenissen heeft de weduwe zowat de hele streek bijeen geërfd. Samen met Gaelles verloofde Jodoc gaat Johan op onderzoek uit.

Tijdens een verkenningstocht bemerkt het tweetal dat nog een derde ruiter het slot van Franseza onverwachts verlaat.  Na een korte achtervolging blijkt het de Zwarte Weduwe in eigen persoon te zijn die een mysterieus drankje bij de plaatselijke heks Jute gaat ophalen.  Terug op het kasteel bemerkt Johan dat Franseza enkele druppels van het drankje in zijn wijn doet.  Hij doet alsof hij zich door de drank niet lekker voelt en Franseza laat hem door enkele bedienden naar zijn vertrekken dragen zodat hij zijn roes kan uitslapen. 's Nachts weet Johan met een list een aanslag met een blaaspijp te overleven. Bij de achtervolging herkent hij zijn belager: Jodoc!

De volgende ochtend zet de Rode Ridder zijn onderzoek verder.  De plaatselijke chirurgijn kan hem vertellen dat de ongelukkige Boidin eveneens het slachtoffer is geworden van een pijltje uit een blaaspijp. Wanneer hij Jodoc aan de tijd wil voelen, blijkt de ridder te laat te komen.  De man wordt in zijn molen teruggevonden met opengesneden keel. Als ook Jute in haar hut neergestoken wordt teruggevonden, lijkt het Johan als maar duidelijker dat de Zwarte Weduwe haar sporen tracht uit te wissen en getuigen het zwijgen op te leggen.

Encyclopedie

Personages

Locaties

Voorwerpen

De Rode Ridder - Standaard Uitgeverij

Subcategorieën

Pagina 12 van 13