Aanvankelijk werd deze oude opzichter door zijn eigen gravers uitgelachen toen hij hen waarschuwde voor het Zandspook. Even later werd zijn grootste vrees echter bewaarheid toen uit het zand het beruchte monster opdook. Met zijn eigen oren aanhoorde hij hoe Youssof, één van zijn gravers, ten prooi viel aan het Zandspook en zag hoe dit angstaanjagend op hen kwam afgestormd. Even later wordt ook de rest van zijn graafploeg uitgemoord. Als een gek door de woestijn rennend, werd ook hij door het Zandspook achterna gezeten. Langzaam werd hij ingehaald en stilaan voelde hij zijn krachten afnemen. Plots hield het monster halt. Zijn afschuw voor het licht van de maan, die plots door de donkere wolken breekt, redde Achab het leven. Teneinde krachten kroop de uitgeputte man verder tot het kampvuur waarvan hij reeds van ver de gloed zag. Daar aangekomen ontmoette hij Johan en Chuk, diens schildknaap, en doet zijn verhaal. Daarop besluit de Rode Ridder de zaak te onderzoeken en trekt op verkenning. Wanneer hij even later met de Tempeliers als versterking terugkeert, is de opzichter reeds gestorven. De inspanningen en belevenissen van die dag vergden teveel van de emotioneel zwaar getekende man…

160. Het gouden masker