Eeuwenlang al zoekt deze schurk wraak te nemen op Aladdin. Aladdin verkreeg het eeuwige leven door de geest in de lamp, de tovenaar liet zich mummificeren. Nu lijkt zijn ogenblik van glorie eindelijk gekomen. Hij heeft Boroeboedoer, de vrouw van Aladdin ontvoert en wil haar tot zijn vrouw maken. Hij achtervolgt Aladdin tot voor de Britse kust, om de magische lamp buit te maken. Hij slaagt er echter niet in en reageert zich af op zijn manschappen. De lamp en zijn Djinn neemt Johan ondertussen mee naar zijn paleis in de Afrikaanse woestijn. Merlijn volgt met Aladdin op een vliegend tapijt. Onderweg komen ze het schip van de Afrikaanse tovenaar tegen, Merlijn doet een onweer losbarsten boven het schip, waardoor het heel wat vertraging oploopt. De tovenaar is ziedend van woede, en temeer daar Boroeboedoer zijn hand weigert. Zijn wraak blijkt uit een flesje zandkorrels te bestaan. Boroeboedoer weet het af te pakken en werpt het overboord. De Afrikaanse tovenaar kookt nu van woede en laat het schip door de lucht vliegen om zo sneller in Afrika te zijn. Daar aangekomen spoelt het flesje zand voor zijn voeten aan, zijn wraak kan beginnen. Wanneer hij het paleis van de Djinn benadert opent hij het flesje en strooit het zand in het rond. Elke korreltje wordt een soldaat en weldra beschikt hij over een heel leger. Merlijn, Johan en de Djinn werken echter samen en weten dat leger van de kaart te vegen. De tovenaar vlucht naar zijn kamp. Vanuit een tent roept een stem de tovenaar tot bij zich. Het is blijkbaar een evenbeeld van de mummie. De dubbelganger schakelt de tovenaar snel uit, waarna deze door vuur verteerd wordt.

181. De lamp van Aladdin