Albertstein is een uitzonderlijk begaafde geleerde. Hij vergaart zijn kennis met behulp van dromen. Hij is in staat zelf te bepalen wat hij droomt dankzij een geheim kruidenmengsel dat hij dan inhaleert. Met behulp van zijn knecht Beyre lokt hij de bewoners van het nabije vissersdorpje naar de Zwarte toren, zijn woonplaats. Het lokken gebeurt door middel van een hypnotiserende groene lichtstraal. Waren zijn bedoelingen zo goed als zijn verstandelijke capaciteiten, dan was hij een enorme weldoener geweest. Albertstein’s betrachting is echter een ras van machines te creëren die met een menselijk brein functioneren. Hiermee zou hij dan de wereld kunnen veroveren. Johan en Kelso proberen daar echter een stokje voor te steken. Kelso is tevens de vriend van zijn pleegdochter Aelia. Wanneer Johan en Kelso gevangengenomen worden, ziet het er zeer slecht voor hen uit. Met de hulp van Aelia weten ze echter het tij te doen keren. Albertstein zweert wraak, maar door een ontstane brand vat zijn kledij vuur. Hij springt door het raam. Er wordt van Albertstein nooit meer wat vernomen, al duikt er op een dag wel een oude man op aan de ruïne’s van de zwarte toren. Een oude man die Argus, de mechanische vleermuis komt ophalen. Aelia en Beyre zijn beide mechanische experimenten.