Als hertog en voogd van prinses Chimehra, de vorst van Arkaddon tot het meisje meerderjarig wordt. Hij zoekt een deftige partij voor de jonge prinses en wil daarom een toernooi houden, waarop alle edelen, de vorsten van de zeven steden uitgenodigd zijn. Johan, die het meisje redde van de Thughs mag ook meedoen, maar weigert deze eer. Rojo, de vogelvrijverklaarde dingt tevens naar de hand van de prinses, wat een doorn in het oog van Brakk is. Hij wil Rojo het liefst aan de strop zien bengelen. Wanneer Thughs een verkenningsactie in de stad uitvoeren en er doden vallen, wordt Rojo er van beticht met de Thughs samen te spannen. Johan krijgt twee dagen de tijd om het tegendeel te bewijzen. Hij zal Rojo dan ook van de strop redden door zich als beul te vermommen. Samen met de edelen stookt Brakk een bende rabauwen op om Rojo te kleineren in de ogen van het volk en de prinses. Chimehra verneemt dit echter en helpt Johan bij zijn plan. Rojo wordt gered en alvorens de hetze tegen hem verdergezet kan worden, zal er slag geleverd moeten worden tegen de Thughs. Brakk, die het leger aanvoert wil een demonstratie geven van heldhaftig gedrag, en valt met de voorhoede van zijn leger de hoofdmacht van de Thughs aan. De voorhoede wordt zo goed als uitgemoord. Johan neemt de leiding van het leger over en verslaat de Thughs. Ze treffen de stervende Brakk aan, die berouw heeft, en met zijn laatste krachten Rojo tot ridder slaat en hem al zijn bezittingen overdraagt. Hij kan in vrede sterven.

061. In de schaduw van de Thugs