Karin , dochter van Gundar en Agnes van het Wolvesteen werd gered door Ganda de heks uit de brand, door de 7 veroorzaakt. Haar moeder werd ook gered, maar stierf later van verdriet. De heks nam aldus de opvoeding van Karin op zich.
Karin leerde de geheimen van de kruiden en leerde tevens wolven te bevelen. Haar klederdracht zijn de reden van haar bijnaam; “de zwarte wolvin“ . Tweemaal komt ze Johan ter hulp met haar wolven. Na de eerste interventie sterft Ganda, de heks, haar laatste woorden leiden Karin naar een klein houten koffertje dat de namen van de 7 bevat. Op het perkament staat echter niets te lezen en Karin gaat op zoek naar een
manier om het perkament leesbaar te maken. Johan is ondertussen in de val gelopen, wanneer Garwin’s roofridders op het punt staan Johan te vellen, vallen de wolven de 7 aan. Karin had net op tijd het perkament ontcijferd en bemerkt dat Johan in levensgevaar is. Haar wolven rekenen af met de 7.
Alvorens zij de dame van het Wolvensteen wordt, gaat ze naar het hof van Koning Arthur om er tot edeldame omgevormd te worden.