Franciscus baat een herberg te Sluis uit, genaamd « De piraat ». De omgeving is overigens berucht om zijn kapersreputatie. Piraten volgens de Fransen. Johan doet een beroep op Franciscus om te helpen een strijdmacht te vormen tegen de Franse vloot, die de monding van het Zwin blokkeert. Hun tegenzet voor de schandelijke nederlaag in “De guldensporenslag”. Franciscus heeft de nodige contacten en een deftige portie moed. Hij helpt de kapersbendes samen te laten werken tegen de Franse bezetter. Wanneer de Fransen eerder dan verwacht landen (er werd verraad gepleegd) stuurt Franciscus zijn enige schip weg om hulp van de andere kapers te halen. Zelf tracht hij stand te houden aan de zijde van Johan, Crabbe en Marina. Bij dit treffen wordt hij echter geraakt door een Franse pijl. Gelukkig valt de verwonding nogal mee, hij zal snel weer de oude zijn. Zijn herberg is met de grond gelijkgemaakt, niet getreurd, hij zal ze mooier en grootser heropbouwen dan het origineel. Er wordt een totale overwinning geboekt wanneer de kapersbendes aanvallen en de Franse vloot op de vlucht jagen. Marina is het nichtje van Franciscus! Een mooie dame met echt kapersbloed.