Gog en Magog zijn twee figuren uit de onderwereld, die opgesloten zitten onder het land van Tigris en Eufraat. Volgens de profeet Ezechiël zullen Gog en Magog het Heilig land aanvallen en verwoesten. Een sekte van Sumerische hogepriesters tracht de reuzen weer tot leven te brengen zodat ze hun werk kunnen uitvoeren. Gesterkt met een leger van Scythen vormen zij een geduchte bedreiging. Een drietal hogepriesters slaagt erin Gog en Magog te wekken en zet hen meteen in de strijd in. Gog en Magog zaaien dood en vernieling, toch weten de tempeliers de dreiging tot staan te brengen, waarna Gog en Magog in opdracht van de hogepriesters optrekken naar het slot van de tempeliers, waar de magiër Aaron hen opwacht. Deze rekent op gepaste wijze met Gog en Magog af, wederom bevinden Gog en Magog zich in de vergetelheid, verslagen, maar niet uitgeteld….

206. Gog en Magog