Irina werkt als dienster in “De witte Zwaan”. Johan betreedt de herberg en wordt er verkeerdelijk aanzien als een “machtige”. Ogenblikkelijk wordt hij dan ook op zijn wenken bedient. Johan deelt zijn maal echter uit aan de omstaanders, die niets beters dan water en brood kunnen krijgen. Wanneer de Schout en zijn manschappen de herberg binnenvallen vallen ze Irina lastig. Johan komt tussenbeide en rekent met de schurken af. Hierop wordt de situatie van de omgeving uitgelegd, Irina blijkt banden te hebben met de opstandelingen, meer zelfs, Rupert haar verloofde is de leider van de opstandelingen. Hun drijfveer, een einde maken aan de onheuse behandeling van de bevolking. Thorbold, de grootvader van Irina helpt haar de herberg uit te baten. Wanneer later de echte machtige aankomt, helpt Irina hem in de val te lokken, nu kan er echt aan de val van Rodrick, de landvoogd gewerkt worden. Johan begeeft zich naar de burcht, Irina en Rupert zullen hemvergezellen, vermomd als medewerkers. Eens binnen de muren zullen zij de opstandelingen helpen de burcht in te raken. Met behulp van de net aangekomen ronde tafelridders wordt heer Rodrick ten val gebracht, voor Irina en Rupert het begin van een lang en gelukkig leven.