Laïlah is de zus van Joesai en Oahr. Zij maant haar broers aan de offergaven te laten liggen en te vluchten vanwege de zonsondergang. Het is dan echter al te laat. Enkele krijgers van de maangodin hebben de offergaven reeds bekeken en zijn niet tevreden over de kwantiteit ervan. De leider van het groepje wil Laïlah en haar broers zweepslagen geven. Laïlah is eerst aan de beurt, maar weet zich los te wringen en gaat op de vlucht. Ogenblikkelijk zetten 3 krijgers de achtervolging in. Wanneer zij Laïlah bijgehaald hebben verspert Johan hen de weg. Hij rekent snel met zijn tegenstanders af en zet samen met Laïlah de achtervolging in op de rest. Haar broers werden als gevangene meegevoerd naar de maantempel. Aan de voet van de maantempel worden Johan en Laïlah getroffen door maanstralen, ze verliezen beiden het bewustzijn. Wanneer Laïlah ontwaakt zit ze geketend in een kerker, haar leven is afhankelijk van Johan’s beslissing de zijde van Belluna te kiezen of niet. Johan kiest de zijde van Belluna, maar stelt Laïlah gerust, hij zal het er niet bij laten. Dat ogenblik lichten Laïlah’s ogen op, en zweert ze wraak te nemen. Die nacht zorgt de maangodin ervoor dat laïlah en haar broers kunnen ontsnappen, ze zal samenwerken met Johan om Belluna ten val te brengen. Wat later zoekt Johan Laïlah in de nederzetting op. De maangodin heeft tijdelijk bezit genomen van Laïlah’s lichaam, tot de tijd gekomen is zich persoonlijk mee in de strijd te werpen.

169. De Maangoding