Melchisedek, de nagash (vorst) van Umm Hagar, zal zich de dag waarop Johan op bezoek kwam nog wel goed herinneren. Eerst wordt een archeologische ploeg, die hij samen met de Tempeliers inhuurde, uitgemoord. De enige overlevende, toezichter Achab, sprak slechts in verwarde taal over het Zandspook. Daarop werd het ook voor deze arme man te veel.
Diezelfde nacht werd op de koop toe één van zijn eigen soldaten in zijn eigen paleis vermoord teruggevonden en blijkt een vreemde danseres plots op de vlucht te slaan na Johan een vreemd muntstuk te hebben toegestopt.
Nog groter wordt zijn verbazing wanneer hij de afbeelding op het muntstuk bekijkt: de Koningin van Sjeba. Het muntstuk is zo’n 2000 jaar oud en bewijst dat het land waar zijn gravers naar zochten, werkelijk bestaan heeft! Daarop spoorde de man Gonzaga de Eenoog aan om het verleden bloot te leggen en gaf hem extra werklui, gereedschap en dienaren mee.
Helaas kreeg hij de restanten van het mythische rijk Sjeba nooit te aanschouwen. Door de verwoestende kracht van het Geheime Wapen van de tempeliers stortte de grot waarin het rijk verborgen lag, in.