De stadhouder heeft een knappe dochter, Marysa. Via haar komt hij in contact met Johan en Bardolf. Zij wisten een overval van Griskil te overleven en zijn bereid met de bende af te rekenen. Odal dingt naar de hand van zijn dochter. Wanneer Griskil de schat van de stadhouder steelt is deze laatste verplicht Odal om een lening te verzoeken. Odal is bereid geld te lenen, in ruil voor de hand van Marysa. Dit gaat de stadhouder te ver, en hij weigert. Als gevolg willen de soldeniers de stad verlaten. Hij krijgt bedenktijd tot na het in zijn stad geörganiseerde toernooi. Alles raakt echter in een stroomversnelling, Johan en Bardolf rekenen af met de bende van Griskil en ontmaskeren de rover, het is niemand minder dan Odal. De stadhouder spaart het leven van de rover, in ruil voor zijn schat. Blijkbaar heeft zijn dochter nu toch de liefde gevonden. De gelukkige is ridder Bardolf.