Een machtige magiër uit het Oosten, hoofd der wijzen, sterrenkundigen en alchemisten. Hij staat Haroum, de kalief van Bagdad met raad terzijde, maar kan deze niet ertoe bewegen de slavenhandel af te schaffen. Zoekt al jaren de Parel van Bagdad, om het rijk voor een ondergang te behoeden. De parel wordt gevonden, maar moet toch vluchten omdat hij ervan wordt verdacht een slavenopstand te hebben ontketend. Tijdens het vluchten komt hij om het leven door wachters van het paleis.
De knappe dame is de geliefde van Torn. Wanneer Malfrat de Wrange zijn nieuw veroverde leen bezoekt, ontvoerd hij haar uit het dorp en neemt haar mee naar zijn kasteel om de koude nachten te overleven. Ondanks haar warme lijf kan ze hem niet verwarmen, waarop Branhucar, Malfrats magiër, besluit haar een liefdeselixir te laten drinken om haar wat vuriger te maken.
Orlis is de zoon van Herzel en de heer van Cambor. Hij heeft een tweelingbroer Goran. Samen met zijn broer en zijn moeder zet hij een duivels plan op. Goran ontvoert boeren om ze aan het werk te zetten in de toren waar hun vader zijn schat verborg. Orlis blijft bij zijn moeder zodat er geen verdachtmaking kan ontstaan. De bevolking weet namelijk niets van een tweelingbroer. Wanneer Johan opduikt om de situatie uit te klaren speelt Orlis het spelletje zelfs mee, hij helpt het moerasmonster te verslaan. Later sterft de huurling Dromed door een pijl in de rug, een pijl uit het arsenaal van Cambor. Deze maal is de verdachtmaking meteen neergeslagen door de zwaargewonde Orlis die een jachtongeval had. Na zijn dood krijgt zijn moeder Herzel berouw. In haar poging Goran tegen te houden doodt ze haar zoon.
Osmo is de smid van de heer Risto. Het is een boom van een man, die zelf brandewijn stookt. Bij wijze van mannelijkheidstest laat hij Johan een kruik van zijn brandewijn drinken. Groot is dan ook zijn verbazing wanneer Johan geen kik geeft. Wanneer Johan later door Mika in de rug aangevallen wordt, weet hij Johan net op tijd te waarschuwen en redt hem zo het leven. Wanneer Johan ondertussen slaags geraakt is met Risto alias Jyrki, waarschuwt Osmo de aanwezige ridders.
Een reuzenzeepaard! Johan krijgt het ter zijner beschikking om Mantalus te bekampen. In een mum van tijd heeft hij het rijden onder de knie.
Net als Antonio moest Johan zijn dapperheid boven een krokodillenkuil bewijzen. Als tegenstandster werd voor hem Panna, de smid, gekozen. Het bleek een waardige tegenstandster die het Johan dankzij haar afgetrainde spiermassa uiterst moeilijk maakte.
Parcifal is de zoon van Arthur en Guinevere. Aanvankelijk staan de koning en de koningin voor zijn opvoeding in. Al op zeer jonge leeftijd wordt hij een slachtoffer van de intriges rond koning Arthur, wanneer een magisch amulet hem verlamt. Later brengt Merlijn de jongen naar een gastgezin waar hij een normale jeugd kan doormaken. Na het overlijden van Arthur is Parcifal de gerechtigde troonopvolger. Het is dezelfde merlijn die ervoor zal instaan dat Parcifal een groot vorst wordt, met behulp van Lancelot, Johan een een hele scharen oude en nieuwe ronde tafelridders Een uitgebreid profiel volgt later.
Deze elf staat elf prinses Gwijn bij wanneer ze op de vlucht is voor Kerwyn de magiër. Samen met Johan trekken ze naar het Oud Kasteel der Bomen op zoek naar de ontvoerde elfenvorst.
Onderweg wordt het viertal echt verrast door de Duistere Elfen van Kerwyn. Tijdens één van de gevechten raakt de riem van Afarnach beschadigd. Pargur geeft hem tegen zijn zin zijn nieuwe riem. Na een lange tocht naar het Oud Kasteel der Bomen blijkt deze riem de elfenring te zijn die van vorm is veranderd. Wanneer Kerwyn de krachten van deze magische ring dreigt te gebruiken, grijpen Afarnach en Pangur in.
Deze jonge Schotse ridder kruiste Johans pad toen ze samen de overtocht van Damme naar Engeland maakten. Hun schip liep op de klippen en terwijl de bemanning voor hun leven vocht, merkte enkel Patrick de Ross dat de Brabantse Freule Geertrui nog in het schip was. Terwijl het schip ieder ogenblik dreigde te kapseizen drong de Schot het schip binnen, beukte de deur van Geertrui’s kajuit open en sleurde haar door een barst in de scheepsromp mee naar de oppervlakte. Eenmaal aan land, vervoegden ze zich bij Johan en Chuk, die de ramp eveneens hadden overleeft. Daarna voelde hij zich niet te beroerd om zich nogmaals in het water te waden en als de hoffelijkheid zelve viste hij Geertrui’s doorweekte hoed op uit zoute nat. Toen men vervolgens slaags raakte met de piratenbende die hun schip op de klippen lokte, weerde de moedige ridder zich dapper, maar werd door toedoen van Kojiro, de lijfwacht van kaperkapitein Origas, ernstig verwond aan de schouder. Gelukkig waren er Geertrui’s lieve glimlach en goede zorgen en tegen het einde van de dag was de jonge man reeds voldoende opgeknapt om persoonlijk zijn zwaard tegen Origas te heffen. Toen deze echter een blaaspijp bovenhaalde, leken de Ross’ laatste ogenblikken geslagen. Een meesterlijk schot van Trudo redde hem echter het leven. Na hun avontuur besluiten Geertrui en Patrick om samen Geertrui’s zuster op te zoeken. De Schot heeft namelijk geen thuis of verwanten meer en wilt Geertrui onderweg beschermen. Naar verluidt leven ze nu nog lang en gelukkig…
Wanneer Johan karperachtige vlaggen aan een Japans huis bemerkt, vraagt hij een plaatselijke pelgrim om uitleg. De oude man verklaart hem de symbolische betekenis. Daarna waarschuwt hij Johan voor een rondtrekkende roversbende die amper een halve dagreis verder rondtrekt.
Deze Griek is de raadsman van Chrysis, de koningin van de Witte Tempel. Hij beschikt over magische krachten. Zo kan hij illusies opwekken en de vulkaan naast de Witte Tempel controleren.
Jonge Franse edelman; scheept in aan boord van de Albatros met in zijn bezit een grote diamant, “de Ster van het Oosten”. Hij blijkt deze echter onrechtmatig in zijn bezit gekregen te hebben door toe te kijken hoe de eigenaar, een maharadja, door een tijger gedood werd. Als de fakir Randishar aangevallen wordt door een wilde bergkat, evolueert hij echter van een laffe dief naar een dapper ridder die het beest met enkel een steen te lijf gaat. Hij overleeft zijn zware verwondingen en begint een nieuw leven met Zoarah, de dochter van het dorpshoofd.
Het speelmanaapje van het circus, wiens verdwijning de aanleiding is tot het vinden van de grot en het volk van de beer. Zijn primaire taak is nu het aanduiden van de offers voor Brutus.
Wanneer Johan Rozenn, zijn dochtertje uit de rivier redt, nodigt Pierrick de Rode Ridder uit op het huwelijksfeest van zijn jongste zoon Boidin. Wanneer deze de huwelijksnacht niet overleeft, verdenkt hij de bruid Franseza. Als deze daarna te paard een tocht op haar domein maakt, ziet Pierrick kans om zijn zoon te wreken. Samen met twee van zijn zoons stort hij zich op Franseza. Slechts de tussenkomst van de Rode Ridder voorkomt groter onheil.
Pinak is de nar van Reyhorst. Wanneer hij de jaloezie van Hermine t.o.v. haar zus waarneemt biedt hij haar hulp aan. In ruil voor snuisterijen wil hij Hermine in contact brengen met Verdal. Verder helpt hij Hermine bij het uitvoeren van diverse snode plannen. Wanneer Hermine wroeging krijgt vreest hij verraad en tracht haar te doden.
Deze eekhoorn is de trouwe vriend van Koenraad en speelt een cruciale rol in dit verhaal. Hij reageert op fluitsignalen. Hij weet een boodschap tot bij Johan te brengen wanneer Koenraad gevangen genomen wordt en helpt johan bij de bevrijding van Koenraad. Ongetwijfeld 1 van de schattigste helden uit de reeks
De Griekse god van de zee. Oppermachtig in zijn zeerijk. In opdracht van Demoniah rekent hij af met de overblijvende Byzantijnse paleiswachten en Johan. Johan overleeft de aanval echter en dwingt bij Poseidon respect af. Het zegel van Isjtar zit daar natuurlijk ook voor iets tussen. Poseidon verveelt zich te pletter in zijn zeerijk en neemt de uitdaging van Johan om het op te nemen tegen zijn bewaker aan. Mantalus is de bewaker van het zeerijk. Johan weet de reuzenrog in een gevecht op de vlucht te jagen, hij is nu een vrij man in het rijk van Poseidon. Johan vindt echter dat het welletjes is geweest en roept Isjtar aan. Zij komt hem ter hulp, Poseidon blijft verbaasd en rood van woede achter.
Om de vluchtende Guinevere, Johan, en Lancelot te onderscheppen riep Lodogran de hulp in van een bondgenoot. Een postduif bracht de boodschap over naar de burcht van Modred.
Johan redt de jonge prinses uit de handen van een bende Thughs, waardoor het meisje verliefd op hem wordt! Binnen een paar dagen wordt de prinses meerderjarig, en wordt ze de vorstin van Arkaddon. Tot dan vervult haar voogd, Hertog Brakk, deze functie. Rojo, de vogelvrijverklaarde dingt naar haar hand, zeer tegen de zin van Brakk, die er alles aan doet om hem tegen te werken. Ondanks Rojo’s goede bedoelingen, wordt hij gevangen genomen en ter dood veroordeeld. Gelukkig weten Chimehra en Johan hem te redden. Na de slag tegen de Thughs sterft Brakk, en is Chimehra automatisch de vorstin van Arkaddon. Ondanks haar liefde voor Johan, geeft Rojo het niet op. Brakk sloeg hem in zijn laatste momenten tot ridder, waardoor een huwelijk met de prinses tot de mogelijkheden behoort. Johan die zijn zwerversbloed getrouw blijft vertrekt! Twee jaar later huwt Chimehra met Rojo, samen regeren ze Arkaddon!
Deze elfenprinses is op de vlucht voor Kerwyn die haar raad binnendrong. Ze kreeg hulp van Johan om haar vader, de elfenkoning, uit Kerwyns handen te bevrijden en werd hierin ook gesteund door twee andere elfen: Afarnach, haar raadgever, en Pargur.
Uiteindelijk kon Kerwyn ook prinses Gwijn gevangen nemen en haar vader dwingen het geheim van de onvindbare elfenring te vertellen. Deze ring kan eender welke vorm aannmen. Slechts wanneer Gwijn een bepaald lied zingt, neemt hij zijn oorspronkelijke vorm terug aan.
Vader en dochter werden door Johans tussenkomst gered van de duivelse tovenaar.