Ronde tafelridder en vriend van Johan. Hij vergezelt Johan samen met Lancelot en Galahad op zoek naar het ivoren kistje.
Wanneer Johan na zijn strijd tegen Voldigern terugkeert naar Camelot, wacht Sir Bedevere hem op. Koning Arthur heeft de Rode Ridder ontboden. Als Arthur kort daarop op veldtocht trekt, volgt Bedevere hem naar het slagveld. Samen met zijn vorst proberen ze de vijand in zijn schuiloord te verrassen. Hierbij weet Bedevere een wachtpost onschadelijk te maken met een meesterlijke zwaardworp.
Gezellin van Mordor en een intrigante; Mordor onderneemt niets zonder haar toestemming; ze laat Ebert en Hiram, de hoofden van het garnizoen ontslaan om Johan aan het hoofd van het garnizoen te plaatsen; ze wil Johan om haar vinger winden net als Mordor; sterft door een dolk van Hiram die voor de Rode Ridder bedoeld was.
Nadat Hugon zijn oude dorpsgenoten had overtuigd om hem hun kinderen toe te vertrouwen, trok hij met hen door de wouden naar Camelot. Bij het oversteken van een diepe beek moesten ze echter zeer goed opletten. Onder hen wemelde het van de slangen.
Sligon de hereboer was de enige die van Lancelots komst afwist. Hij zou een gids naar het kruis in het moeras sturen om Lancelot veilig doorheen het moeras te loodsen.
Van deze soldaat van Koning Arthur is enkel geweten dat hij ooit stroopte in de bossen van een edelman. Omdat hij niet zo sterk was als anderen, moest hij leren doden op afstand en bekwaamde zich in alle wapens waar men maar mee kon schieten of werpen.
Na Arthurs dood doet hij pas zijn intrede in de stripreeks en onmiddellijk demonstreert hij zijn kunnen: op één dag tijd schoot hij Parcifal vast aan een boom, wierp hij de vluchtende landloper die diezelfde Parcifal naar het leven stond uit zijn zadel en deed hij tot ieders verbazing een dubbele mesworp.
Om te weten te komen met hoeveel manschappen de boosaardige ridder Wardon was uitgerukt zond Johan de gewezen stroper op verkenning. ’s Nachts dwaalde hij in Waldons kamp om de tegenstand te schatten en kon hij Wardons veroveringsplannen afluisteren. De waakhonden verraadden hem echter en hij moest in allerijl op de vlucht slaan.
Achterna gezeten door vier soldaten, hield hij opeens halt. Dankbaar van het maanlicht gebruikmakend schoot hij in geen tijd twee van hen neer. Toen daarop de andere twee op hem afstormden, besefte hij dat hij geen tijd meer had om opnieuw aan te leggen. Zijn dubbele mesworp bevrijde hem echter uit zijn hachelijke positie en ook de overige twee soldaten vielen ter aarde neer.
Tijdens de beslissende slag om het dorp koos Sligurd de meest strategische positie: de kerktoren. Vanuit de hoogte schoot hij pijl na pijl en elke pijl trof doel. Met zijn laatste pijl trakteerde hij de snoodaard die hem opmerkte en nog vlug zijn makkers waarschuwde voor de sluipschutter.
Enkele soldaten renden te trappen van de kerktoren op en Sligurd wachtte hen, bewust van zijn einde, op. Met slechts twee werpmessen kon hij een overmacht van zeven tegen één nooit aan, maar desondanks verkocht hij zijn vel duur. Even later werd zijn levenloze lichaam uit de kerktoren naar buiten gegooid.
Deze oudere man zag hoe Modred en Gnora een waterput vergiftigen. Toen Johan en Lancelot, die het tweetal achtervolgden, van de put wilden drinken, had de man een schorre stem. Slechts door met zijn slinger een steen naar hen te gooien, kon hij beletten dat de ridders van de put dronken.
Voor hun paarden was het kwaad echter geschied.
De smid is één van de dorpelingen die Johan, Lorrie en Rik achtervolgen. Wanneer ze het drietal in hun slaap willen verrassen, krijgt hij er van de Rode Ridder duchtig van langs. Door onhandigheid van een van zijn makkers wordt hij ernstig verwond.
Soldenier uit het garnizoen van Eikendale. Hij is de moordenaar van de stalmeester. Hij wordt betrapt door Johan die hem volgt en zo ontdekt dat Sieglinde gevangen gehouden wordt door Reyhold de rentmeester.
Solita Solita en haar laatste medenstanders bewonen de ruïne van een eens welvarend kasteel. Tengevolge van vreemde gebeurtenissen op zee trok haar vader met enkele schepen ten strijde. Niemand keerde weer en de terreur nam enkel toe. Dit resulteerde in een uittocht van de inwoners van de streek. Johan besluit haar te helpen het mysterie op te lossen. Solita wordt echter ontvoerd door de zeeduivel. Kogorka voert een experiment op haar uit, waardoor ze onder water kan ademen. Johan gaat achter haar aan maar wordt ook gevangengenomen. In ruil voor haar leven moet hij zich aan de zijde van Kogorka scharen en zijn leger van monsters aanvoeren. Johan gaat akkoord maar besluit met Solita de juiste moment af te wachten om het heft in eigen handen te nemen. Dat ogenblik komt, en wanneer Kogorka en Kalidiah verslagen zijn keert Johan aan boord van de onderzeeër met hen naar hun onderzeese stad terug om deze te vernietigen. Solita ruikt onraad en volgt de onderzeeër. Gelukkig maar, Solita weet Johan het leven te redden en helpt hem mee naar de oppervlakte te zwemmen. Solita is Johan erg dankbaar en kan aan de wederopbouw van de welvaart beginnen.
De waarzegster van Koning Horak bewaart in zijn opdracht de Gouden Appel en de Hoorn van Horak. Ze is op de hoogte van het gevaar dat zich in de Hoorn bevindt en kreeg van Koning Horak de opdracht om de rechtmatige opvolger te doen zweren hem nooit te openen. Wie de hoorn echter onrechtmatig verkreeg moest ze laten begaan, zodat hij zijn straf niet zou ontlopen.
Sowin is de dochter van Talmar, de zeekoning en Jarlen. Ze is ontvoerd door Gorling, aanvoerder der Kjalten. Johan wil haar redden door zich schijnbaar bij de Kjalten aan te sluiten. Wanneer hij Djörndal het onoverwinnelijke zwaard in handen krijgt lukt het hem om Sowin te bevrijden. Aan de kust slagen de Kjalten er echter in Sowin terug gevangen te nemen. Sowin wordt als gijzelaar uitgespeeld. Haar leven voor de burcht en de macht van haar vader Talmar. Talmar blijft echter onverzettelijk. Johan weet echter met Djörndal Sowin te bevrijden. Na een hevige strijd, waarin ook Jarlen door Johan gered wordt is de familie weer herenigd.
De stadhouder heeft een knappe dochter, Marysa. Via haar komt hij in contact met Johan en Bardolf. Zij wisten een overval van Griskil te overleven en zijn bereid met de bende af te rekenen. Odal dingt naar de hand van zijn dochter. Wanneer Griskil de schat van de stadhouder steelt is deze laatste verplicht Odal om een lening te verzoeken. Odal is bereid geld te lenen, in ruil voor de hand van Marysa. Dit gaat de stadhouder te ver, en hij weigert. Als gevolg willen de soldeniers de stad verlaten. Hij krijgt bedenktijd tot na het in zijn stad geörganiseerde toernooi. Alles raakt echter in een stroomversnelling, Johan en Bardolf rekenen af met de bende van Griskil en ontmaskeren de rover, het is niemand minder dan Odal. De stadhouder spaart het leven van de rover, in ruil voor zijn schat. Blijkbaar heeft zijn dochter nu toch de liefde gevonden. De gelukkige is ridder Bardolf.
Deze heeft Sieglindes paard gesaboteerd door een spijker onder het zadel te bevestigen. Het op hol slaan van haar paard was dus niet het gevolg van de verschijning van het gebroken zwaard.
Een enorme reus, met een klein hartje en een hart voor een goed glas wijn. Storkas is afkomstig uit het hoge noorden, waar hij en zijn stam zich vooral bezighielden met walvisvangst. Via de Noormannen kwam hij in onze streek terecht. Hachim verwittigt Storkas wanneer Johan door soldeniers van de baljuw belaagd wordt omdat hij het opnam voor een mishandelde gevangene. Storkas verjaagt de soldeniers in een mum van tijd en draagt Johan’s gewonde paard naar een schuilplaats. Niet veel later redt hij Johan en Hachim uit een hinderlaag van rovers. Na de toestand met elkaar besproken te hebben gaan Johan, Storkas en Hachim op speurtocht naar de oorzaak van de mysterieuze gebeurtenissen in de streek. Trogir heeft hen echter verraden, waardoor ze eens te meer verplicht zijn zich al vechtende een weg te banen. Wanneer blijkt dat Maruka ontvoerd is, gaat het trio op pad om haar te bevrijden. Ook ditmaal laat Storkas zijn onmenselijke kracht zien. Eerst beukt hij een muur in, waardoor duizenden achtervolgende ratten verdrinken, vervolgens rukt hij tralies uit een muur en tot slot redt hij Johan, Hachim, Marka en de andere gevangenen door een instortend gewelf te ondersteunen. Wanneer Johan vertrekt besluit Storkas mee te gaan.
Een betrapte stroper vertelt Koning Arthur dat zijn vijand zich heeft teruggetrokken in het haast ondoordringbare gebied van de Duivelsrotsen. Onder Arthurs waarschuwing om niet meer in zijn bossen te stropen, wordt de man terug vrij gelaten.
Hogepriesteres en rechterhand van Medusa. Dankzij haar inspanningen wordt Sigrid gegijzeld en kan Johan onder druk gezet worden. Wanneer zij echter niet in staat blijkt te zijn om Johan aan de zijde van Medusa te lokken rekent het monster genadeloos met haar.
Koopman ad interim, zeg maar gerust rovershoofdman. Zijn geld en winstbejag leveren hem over aan de duistere kant, de kant waartegen Johan zulk een aversie heeft. Deze laatste weet echter handig in te spelen op het winstbejag van de koopman. Al snel neemt Johan ogenschijnlijk de plaats in van Yoessof als rechterhand van Suleiman. Hiermee weet Johan niet enkel het leven van Jeela te redden, de zoektocht naar de schat van Carthago kan ook verdergaan. Johan’s eed nooit het zwaard tegen Suleiman te gebruiken maakt de zaken echter gecompliceerd… of niet? Jeela en haar getrainde rechterarm rekenen meedogenloos af met de rovershoofdman.
Tabuka de elf zou Johan en Merlijn aan de Ijslandse kusten opwachten, vanuit de grotten het afgesproken lichtsignaal geven en het tweetal door de gangen van de Holle Aarde tot bij zijn koningin loodsen. Helaas voor het arme schepsel had hij nog maar net het signaal gegeven of hij viel ten prooi aan de krijgers van het trollenvolk, dat hun korte tijd daarvoren de oorlog had verklaard.
De volgende ochtend vonden Johan en Merlijn, die eveneens met de trollenkrijgers kennis maakten, de net bij bewustzijn komende groene elf. Tabuka heeft slechts tijd om de twee mannen te groeten of uit een der gangen stormt alweer een bende trollenkrijgers op hun af. Hoewel Johan uitstekend weer stand te houden tegen de grote overmacht, raakt Merlijn dodelijk getroffen tijdens een aanval van Demoniah. Tabuka neemt de dappere ridder en de gewonde tovenaar per boot mee naar het koninkrijk van Chimeirah de elfenkoningin.
Wanneer Chimeirah echter voorstelt om persoonlijk mee te helpen zoeken naar de in het gevecht verloren geraakte toverstaf van Merlijn, raadt het dappere elfje zijn vorstin af om het gevaar op te zoeken.
Uiteindelijk keert zijn vorstin met Merlijns staf weer en laat zich bij het orikalchiumerts in het paleis opsluiten.
Uiteindelijk grijpt de dappere Tabuka nog de kans om Demoniah tijdens haar zoektocht naar het zeldzame erts in haar gezicht uit te lachen, wanneer hij haar de komst van Galaxa mag melden.
Talmar,de zeekoning is een egoïstische alleenheerser die zijn macht boven gezinsgeluk plaatst. Zijn krijgers “ De witte vikingen “ vormen zijn leger. Hij stuurt 1 van hen erop uit om Djörndal het onoverwinnelijke zwaard te bemachtigen. Het is Johan die het zwaard met zich draagt maar het na een schipbreuk verliest. De witte vikingen hebben het echter gevonden en als dusdanig is het in bezit van Talmar, de zeekoning. Talmar weigert zijn macht over te dragen aan Gorling, wanneer die met zijn vloot voor Talmar’s burcht ligt en dreigt zijn dochter Sowin te doden. Ook de smeekbede van zijn vrouw Jarlen richt niets uit. Johan neemt Djörndal met zich mee en besluit Sowin, Talmar’s dochter te bevrijden. Talmar komt Johan ter hulp nadat de strijd losgebarsten is, Gorling en zijn Kjalten worden verslagen. Het gezin Talmar, Jarlen en Sowin is herenigd, Talmar besluit het over een andere boeg te gooien.
Tanjar verkeert in het gezelschap van Koning Horak wanneer Johan zijn kamp met Mokil net beslecht. Opdat Mokil zijn tegenstander echter in de rug wil aanvallen, komt Tanjar tussenbeide en redt Johan het leven.
Kort daarop komt Horak om het leven. Zijn laatste wilsbeschikking was echter dat Tanjar en Gorm, de enige andere kandidaat voor de troon, zich aan een tocht wagen door de bergen en de Verborgen Wouden. Hoewel Gorm hiervan afziet, neemt Tanjar zijn verantwoordelijkheid op.
Wanneer hij het einddoel van zijn reis heeft bereikt, komt hij er echter achter dat Gorm hem heeft verraden en het doel via een andere, veilige route heeft bereikt. Wanneer hij de Hal van Horak bereikt, is deze reeds overgenomen door Gorm. De verrader sterft echter door een laatste val van Horak, waardoor Tanjar alsnog als rechtmatig vorst kan gevierd worden.