Al twee keer mocht Johan een stam Amazones, strijdvaardige en gevaarlijke vrouwen ontmoeten:
In 'De hamer van Thor' zoekt hij hun doelbewust op om de door hen gestolen trollenspeer buit te maken.
In De Amazones loopt hij hen toevallig tegen het lijf terwijl hij samen met Merlijn en enkele scheepsgenoten op zoek is naar drinkwater.
Deze mensachtige monsters leven in de bergen buiten de stad Offir. Van oudsher zijn het schuwe wezens die niemand lastig vielen. De komst van Isombol, de tovenaar bracht daar verandering in. Hij stal de ziel van zijn slachtoffers en plantte die bij de Bergduivels in. Een gewillig leger is daarvan het resultaat; De aanvallen van de Bergduivels worden steeds driester. Isombol gebruikt de Bergduivels uiteindelijk om de stad Offir aan te vallen, teneinde deze te veroveren. Een eerste stap in de verovering van de wereld. Merlijn rekent echter met de Bergduivels af, een eenvoudige walm van kruiden en aromatiesche geuren rekent met de Bergduivels af. Hun jarenlange leven in de rotsen maakte hun zintuigen uiterst zwak. De plotse overdosis aan specerijen is hun te veel. Merlijn kan jammerlijk genoeg noch de levens van de Bergduivels, noch dat van de inwoners van Offir, wiens ziel in de Bergduivels ingeplant werd, redden.
Johan leerde dit volk voor het eerst kennen toen hij Tanjar door de Verborgen Wouden vergezelfde. Volgens Tanjar zijn de Berserk(er)s krijgers die zich in een extatische vechtwoede kunnen verplaatsen. Ze huilen als honden, bijten in hun schild en strijden als dollemannen. Na de strijd vallen ze uitgeput naar, want deze uitzonderlijke toestand bekomen ze door het innemen van toverdranken.
Wanneer Kerwyn de magiër het elfenrijk binnendrong ontvoerde hij de elfenkoning. Hij werd hierbij gesteund door de Duistere Elfen. Omdat hij echter minder aanhang had dan gehoopt, vermeerderde hij zijn manschappen met zijn magische krachten. Wanneer Johan en zijn gezellen met de Duistere Elfen slaags raakten, gingen de door magie verwekte elfen in rook op.
Dit kleine, maar dappere volkje is het enige dat durft weerstand bieden aan Hogard, een beoefenaar van de duistere kunst.
Wanneer hun vorstin met twee onderdanen wordt gevangen genomen door Levinus, een rondtrekkende poppenspeler, bewijzen deze twee dat ze uit het zelfde moedige hout als hun soortgenoten zijn gesneden. Zodra ze de kans krijgen ontsnappen ze. Daarop jennen ze op gevaar voor eigen leven een beer en lokken hem naar het godsgericht dat Johan en Wandos handlanger uitvechten. Dankzij hun tussenkomst weet Johan het pleit te winnen.
Een combinatie van vastberaden dwergen en elfen. Als trouwe onderdanen dienen zij Galaxa, die hen zeer genegen is. Het ontbreekt dit volkje zeker en vast niet aan moed. Vastberaden zetten zij zich in voor de strijd tegen de rabauwenbende, die hun rijk ontdekt hebben.
Wrede wezens (doen een beetje denken aan de Morlocks uit the Time Machine van H.G. Wells) die onder de grond leven en enkel 's nachts uit hun spelonken komen. Ze staan onder het bewind van de Zwarte Magiërs, die hen gebruiken om mijnwerk te verrichten. Bijna hadden ze Miurah, de dochter van de Witte Magiër Culuhan meegesleurd in hun spelonken. Dit mislukt echter door tijdig ingrijpen van de avonturier sidarta, die haar redt door de Forgallars weg te jagen met een fakkel. De Forgallars hebben een immense schrik voor vuur. Hun verdere (mis)daden zijn echter onbekend.
Deze drie dames met bovengemiddelde menselijke kracht en wapenkunde traden aanvankelijk op als huurlingen van Demoniah. Hoewel hun tussenkomst Galaxa bijna het leven kostte, schonk de Fee van het Licht hun vergiffenis en ze beloofden voortaan hun leven te beteren.
Jaren laten botste Johan onverwachts opnieuw op het drietal. Ze waren met een opdracht belast. Wanneer hun opdracht was volbracht en de Klauw van graaf Lagriffe was vernietigd, vluchtten ze diens kasteel uit. Johan, die met vragen achterbleef, reed hen in donker achterna.
Deze Japanse dames luisterden de maaltijd in de herberg tijdens het verblijf van Johan en Sempei op met muziek en dans op. Wanneer rond de herberg echter een vreemde samoerai wordt opgemerkt, laat één van de danseressen onopvallend haar waaier bij Sempei achter. Dankzij de waarschuwing die ze in deze waaier verborg kon Sempei de aanslag op zijn leven overleven.
De Gouden Sikkel is een sekte fanatici die de maretak aanbidden. Twee jaar voor Johan met hen te maken kreeg, verjoeg Heer Gawain de sekte van zijn grondgebied. Bij het gewapend treffen verloor de Gouden Sikkel elf man en de sekte vluchtte het woud in.
Wanneer Johan door hen gevangen wordt genomen dreigt hij als mensenoffer te sneuvelen. Een plaatselijk gebruik dat iemand hem als slaaf kan houden redt echter zijn leven.
Thoran, één der oudsten, heeft echter besloten wraak te nemen op Gawain door zijn jongste dochtertje op haar elfde verjaardag te treffen. Wanneer dit mislukt, rijden Gawain, Johan en enkele getrouwen uit. Ze drijven de leden van de Gouden Sikkel uit naar alle windstreken.