Vanuit Siam werden de Thais door de Khmer ontvoerd en als slaven naar Kambujadesa gevoerd waar ze onder dwang het gigantische Angkor Wat moesten bouwen.  Wanneer Yasodo echter zijn macht wil laten zien door tientallen slaven voor de wilde beesten te werpen, besluiten Johan en enkele vrije Thais een slavenopstand uit te lokken.  Nibha zal intussen de grens proberen te bereiken om in Siam hulp te zoeken.

 

Drie dagen houden de opstandige slaven het leger van Yasodo van zich af.  Uiteindelijk weten de Thais van Siam tot Angkor Wat door te dringen en de Khmer te overwinnen.