Dit kleine, maar dappere volkje is het enige dat durft weerstand bieden aan Hogard, een beoefenaar van de duistere kunst.

Wanneer hun vorstin met twee onderdanen wordt gevangen genomen door Levinus, een rondtrekkende poppenspeler, bewijzen deze twee dat ze uit het zelfde moedige hout als hun soortgenoten zijn gesneden.  Zodra ze de kans krijgen ontsnappen ze.  Daarop jennen ze op gevaar voor eigen leven een beer en lokken hem naar het godsgericht dat Johan en Wandos handlanger uitvechten.  Dankzij hun tussenkomst weet Johan het pleit te winnen.