Algemene informatie

Tekeningen

Inkting

Scenario

Inkleuring

Uitgiftedatum

6/2001

Samenvatting

De kronieken van Merlijn...

Een schip is onderweg van Brittannië naar onze kust. Aan boord bevindt zich de Rode Ridder, die door Merlijn is meegestuurd met de monnik Ligerius om iemand op te sporen. Die verdwenen persoon is de abt Idesbald. Hij is in Coxye (nu Koksijde) door Noormannen ontvoerd. Idesbald draagt een groot geheim met zich mee dat bewaard moet blijven. Aan wal gekomen worden Johan en Ligerius onmiddellijk aangevallen door 4 Noormannen. Dezen worden door Johan in de pan gehakt, maar ook Ligerius blijkt niet zo'n vredige monnik te zijn. Zijn houten kruis is eigenlijk een zwaard. Een overlevende Noorman wordt ondervraagd. Ligerius dreigt ermee hem op de "Doodskoppenheuvel" achter te laten en de man vertelt dat Idesbald op de zwarte drakkar gevangen gehouden wordt. Ze laten de man lopen, omdat verraders toch niet durven terugkeren naar de andere Noormannen.

Ligerius toont Johan de "Doodskoppenheuvel", eigenlijk een Keltische grafheuvel. Tijdens het bezoek ontdekken ze dat ze bespied worden. Johan achtervolgt de gestalte en grijpt haar. Het blijkt Zorina te zijn. Ze behoort tot een bende strandjutters. Ligerius kent haar en nodigt haar en Johan uit om voor de komende storm in zijn kapel te schuilen. Van op zee horen ze een akelig gehuil. Ze gaan buiten een kijkje nemen en ontwaren een reusachtige zeeslang in de woeste golven. Volgens Ligerius is het monster ook op zoek naar Idesbald, omdat die hem vertelde dat hij met een "grote zeebewoner" bevriend was.

Om Idesbald te bevrijden schakelen ze de hulp in van enkele strandjutters. Johan kan met goudstukken 3 kerels overhalen hen te helpen: Ragar, Monke en Dimitri. Ze gaan op weg en zien het Noormannenkamp ophet vasteland (Coxye is een eiland). 's Nachts steken ze met een vlot over, terwijl Monke bij de paarden blijft. Bij de zwarte drakkar aangekomen schakelen ze enkele schildwachten uit, maar lopen toch in een hinderlaag. Het lijkt wel of ze werden verwacht. Ze worden neergeslagen en opgesloten bij Idesbald in de zwarte drakkar. Idesbald vertelt dat hij het geheim ondanks foltering bewaard heeft. De gevangenen krijgen bezoek van Baldur, de man die ze ondervraagden en lieten lopen. Hij is toch aanvaard door de Noormannen, omdat hij de broer van Freya de koningin is. Koningin Freya dreigt ermee de andere gevangenen te laten folteren om het geheim los te krijgen. Idesbald krijgt tot de volgende ochtend bedenktijd.

Ondertussen is Monke het wachten bij de paarden beu en gaat op zoek naar zijn metgezellen. Zwemmend snijdt hij de touwen van de drakkar los die weg begint te drijven. In het ruim kan Idesbald zichzelf en de anderen bevrijden uit de boeien. Ze vinden hun wapens terug en aan dek ontdekken ze dat de schildwachten werden uitgeschakeld door Monke. 4 drakkars volgen de zwarte drakkar echter en proberen die in te sluiten. Met een slim manoeuvre laten de vluchtelingen een van de schepen op een zandbank vastlopen. Freya slaat bewusteloos overboord en wordt door Johan gered. De zwarte drakkar gaat aan wal en Johan, zijn metgezellen en hun gevangene Freya gaan aan land.

Freya is ongemerkt bij bewustzijn gekomen en bedreigt Johan met een mes.
Idesbald heft de armen naar de hemel en met een zwaar gezang roept hij de zeeslang op die de 3 overblijvende schepen vernield. Door dit schouwspel verslapt de aandacht van Freya en Johan overmeestert haar. De volgende morgen spoelen de wrakstukken en de lijken aan. Onder hen is Bladur, Freya's broer. Ze belooft Idesbald dat ze alles zal doen als hij haar broer weer tot leven kan brengen. Met zijn befaamde elixir wekt Idesbald Baldur weer tot leven. Als tegenprestatie vraagt hij Freya het gebied te verlaten. Zij stemt hiermee in. De strandjutters besluiten met hun loon in goudstukken een schip te kopen en vissers te worden.

Dit verhaal wordt vervolgd in het volgende album. Toch is het een op zichzelf staand album. Het geheim van Sint-Idesbald komen we echter nog niet te weten. Zijn bekende levenbrengende elixir blijkt het niet te zijn (de dodecaëder album 186).

Een avontuur in onze streken is natuurlijk altijd speciaal. Dit verhaal leest af en toe als een geschiedenisles. Zo wordt uitgelegd hoe Koksijde er vroeger uitzag en komen we iets te weten over de Keltische bewoners en hun grafheuvels. Ook wordt er iets verteld over de invallen van de Noormannen aan onze kust en de gevolgen ervan.

Het cliché "waar een leger zou kunnen falen, heeft één vastberaden man meer kans op slagen", is het uitgangspunt van zeer veel albums. Tel maar eens na in hoeveel albums deze spreuk in een of andere vorm terugkomt.

Mijn favoriete personage is Ligerius. Hij is echt geweldig als zeer vrome, maar opvliegende monnik. Zijn als groot kruis vermomde zwaard is een goede vondst. Zijn taalgebruik is echt grappig en zijn uitval tegen de strandjutters, omdat ze enkel voor geld willen helpen is grappig.

Zorina vind ik er persoonlijk een beetje bijgesleurd omwille van het mannelijke lezerspubliek. Ze draagt niet veel bij tot het verhaal. Freya daarentegen is een interessanter personage. Een knappe dame die een groep woeste Noormannen onder de knoet houdt. Toch is ze erg bezorgd over haar broer. Ze verontschuldigd zich zelfs bij de gevangenen omdat zij immers toch haar broer gespaard hebben. Op het einde van het album komt ze tot inkeer. Dit is een thema dat tegenwoordig vaak in de RR-albums opduikt: de slechterik met berouw. Denk maar aan borsos in "Het Zwarte Teken", Azizah in "De Wraak van de Nachtridders", de Kauki in "De Dodecaëder" en Jork in "De Spookvallei".

De zeeslang Kopstaart zorgt voor het Fantasy-element in dit album. Wel makkelijk in te zetten als "Deus ex machina", maar verder hebben we het raden naar het waarom van zijn daden. Hoe heeft Idesbald hem ontmoet? Vanwaar komt het monster? Ook in het volgende album krijgen we geen verdere uitleg. Dit had iets meer uitgediept moeten worden. Nu lijkt het net alsof de zeedraak alleen handig uitkwam om de drakkars te verwoesten.

Ik beëindig deze beoordeling met een pleidooi om Ligerius zo snel mogelijk weer een gastrol te geven! Omdat ik zo van dit personage hou, ben ik een beetje bevooroordeeld om deze strip te quoteren. Ondanks dat het een eerste deel van 2 is, is het een behoorlijk verhaal. De losse eindjes die blijven hangen (de schedels in de grafheuvel, de zeedraak) neem ik er graag bij.

Een aangenaam album met (buiten de zeeslang) weinig hocus-pocus en als smaakmakers: Noormannen, onze eigen streek, stormweer, mysterieuze monniken, een mooie koningin en een zeemonster.