In afwachting op zijn afspraak met de kasteeldame van Berkeburcht neemt Johan zijn intrek in een herberg in de buurt.  Het onbehaaglijke gevoel dat iemand hem bespiedt wordt bevestigd wanneer hij zijn drinkbeker beter bekijkt.  In de weerspiegeling van de beker ziet hij een kerel die hem geen ogenblik uit het oog verliest.