Algemene Informatie
Tekeningen
Scenario
Inkleuring
Uitgiftedatum
- 12 september 2012
Samenvatting
Wanneer de rode ridder al dolend over de steppe trekt, ziet hij hoog boven zich de sneeuwlucht naderen. Op zoek naar een bed bezoekt hij het verder gelegen dorp. Een jonge dorpeling wijst hem de weg naar de herberg en in ruil voor een muntstuk zal hij zorgdragen voor Johan's paard en reisbuidel.
Wladi en zijn makker, twee dorpelingen, slaan de ridder gade wanneer hij de herberg binnengaat. Wanneer Johan een maaltijd en een kroes wijn bestelt, benaderden ze Georgi, de herbergier. Ze overhandigen hem een bedwelmend extract. De herbergier weet wat hem te doen staat: hij lost het extract op in de wijn en biedt hem Johan aan. Na een diepe dronk valt Johan bedwelmd neer.
Wanneer Johan de ogen opent, bevindt hij zich in een nieuwe, maar angstaanjagende wereld. Rondom hem liggende geraamtes van reusachtige monsters. Achter zich hoort hij en dreigend gegrom. Wanneer hij omkijkt ziet hij uit het duister een kwaadaardige kolos, gewapend met twee knotsen, naderbij komen. De ongewapende Johan vlucht een van de geraamtes op. Het wezen volgt echter en onder zijn gewicht stort de reusachtige wervelkolom in. Terwijl beiden recht kruipen, bemerkt Johan een puntig bod. Hij laat de kans niet onbenut en doorboort het brullende monster. Als bij toverslag lijkt het dode monster te verbranden en gaat in rook op.
Nog maar net is Johan van zijn verbazing bekomen of een nieuwe vijand af treedt uit de duisternis nadert. Ditmaal is zijn vijand in een haast onbedwingbare harnas gekleed. Wanneer de beëindigen is genaderd, vertelt hij Johan dat hij voor deze proef een wapen kan kiezen. Achter de ridder verschijnen een zwaard, een goedendag en een boog met een peil. Johan beseft dat afstand zijn sterkste verdediging is tegen deze sterke, maar tragere krijgers. Hij rent de knekeldoolhof in en grijpt tijdens het lopen instinctief naar de pijl en boog. Terwijl zijn tegenstander langzaam maar zeker nadert, richt Johan zijn enige pijl op de enige zwakke plek van zijn tegenstanders. Wanneer de pijl doeltreffend, valt de mysterieuze krijger dood neer. Ook van hem blijven slechts botten over. Johan besluit de mysterieuze ruimte verder te onderzoeken en vindt uiteindelijk een steile wand waarin een trap is uitgehouwen.
Bovenaan de trap bereikt Johan een kamer met meerdere deuren. Achter zich wordt hij plots zijn naam roepen. Instinctmatig reageert Johan en houdt een volgende krijger neer. Niet gelovend wat hij ziet, kijkt Johan naar zijn evenbeeld dat net als de vorige tegenstanders in de rook opgaat. Wanneer hij terug op kijkt, is hij omsingeld door vijf evenbeelden. Hij beseft de heikele situatie waarin hij is verzeild geraakt. Zijn tegenstanders kennen immers elke zwaarslag die hij ook kent. Snel grijpt hij van zijn neergeslagen dubbelgangers en denkt terug aan de samoerailessen vanYorimoto. Met de ogen gesloten, de gedachten uit zijn hoofd stromend en vrij spel gevend aan de zintuigen en instincten die van hem de overwinnaar van menig strijdtoneel maakten, grijpt hij zijn oude scholing aan om zich van zijn tegenstanders te ontdoen. Hoog boven hem verschijnt plotseling een opening en een lichtbundel verbindt Johan bijna.
Een vrouwenstem roept Johan toe: "goed gestreden, heerst! U hebt de eer verdient mijn paleis te betreden! "Wanneer Johan het neergelaten touwladder beklimt, bereikt hij zijn mysterieuze uitdaagster: de godin Artemis; vergezeld van haar jachtwolven.
De godin feliciteert Johan omdat hij de drie proeven tot een goed einde kon brengen: hij vond een wapen waar geen wapen was, hij koos het enige juiste wapen om zijn tegenstander te verslaan en hij versloeg de krijgers in zichzelf. De rode ridder wordt rondgeleid in haar paleis.
Duizenden kilometers zuidwestwaarts wordt Anselmo Clusis, de laatste aanbieder van Artemis, gearresteerd en bij kerkelijk inquisiteur Fra Danilo gebracht. De oude man wordt gemarteld tot hij het heiligdom dat het beeld van Artemis verbergt verklapt.
In het paleis van Artemis heeft Johan zich de woede van zijn gastvrouw op de hals gehaald. Terwijl buiten een sneeuwstorm aanvangt, voelt Johan zich in zijn vertrekken als in een gouden kooi. Een dienstmeid legt Johan uit in welke situatie bij zich bevindt: de oude goden, met Zeus als oppergod, leefden vroeger op de berg Olympus. Met de opkomst van de ene God verloren zij hun aanbidders en daarmee ook hun macht. Zij besloten de wereld achter zich te laten en te verdwijnen in de nevels van de schepping. Slechts Artemis, de godin van de jacht, bleef achter; gesterkt door de weinigen die haar nog bleven aan groepen. Eens per jaar moeten door op een strijder leveren als prooi op wie Artemis zal jagen. Uiteraard neemt men daar graag voorbijtrekkende reizigers voor.
Terwijl de dienstmeid afscheid neemt van Johan, hoopt zij dat hij in de komende jacht de jager het onderspit kan doen delven. Intussen vindt Fra Danilo in de beboste hellingen van Umbria het houdt een afgodsbeeld van Artemis.
Even later heeft de rode ridder met de touwen van zijn gordijnen een strop gemaakt. Hij lokt zijn enige bewaker naar hem en gooit bliksemsnel het strop over diens nek. De rode ridder grijpt direct naar de sleutelbos. Na enkele ogenblikken later de rode ridder zijn bewaker gebonden en buiten bewustzijn achter. Op zoek naar de uitgang bots hij echter op enkele wachters die hun nachtronde doen. Om te ontsnappen zit er voor de Rode Ridder niets anders op dan zich door het raam naar buiten te werpen. De intussen aangedikte sneeuwlaag breekt zijn val. Ongewapend vlucht Johan de heersende sneeuwstorm op de steppe in.
Geruime tijd later wringt Johan een weg voorwaarts door de kniehoge sneeuwlaag. Door de sneeuwval ziet hij slechts enkele tientallen meters ver. Aan het gehinnik van paarden hoort hij dat zijn achtervolgers vlakbij zijn en besluit zich onder te graven in de sneeuw. Zijn list werkt. Een voorbijrijdende ruiter wordt uit het zadel geworpen en Johan neemt onmiddellijk zijn zwaard en paard over. De overige ruiters zien nog slechts even zijn schim alvorens hij in het duister voor goed voor hen verdwijnt.
Intussen heeft Artemis beslist dat de jacht officieel geopend is en heeft ook zij met haar wolvenroede de achtervolging ingezet. Terwijl het dag wordt, heeft ze Johans spoor in de sneeuw opgepikt. Groot is haar vreugde wanneer Johan een ongekend manouvre maakt: in plaats van zo snel mogelijk het jachtgebied van Artemis te ontvluchten, keert hij zich om rijdt met een wijde boog terug naar Artemis’ burcht. Ondanks Johans moedige poging om de rollen om te keren en de godin van de jacht zelf te kunnen opjagen, haalt de wilde wolvenroedel hem in. Even kan de Rode Ridder zich nog verweren, maar wanneer hij door de wolven van zijn paard wordt getrokken, ligt hij hulpeloos op de grond. De godin spant haar boog en schiet haar dodelijke pijl op haar wild. Terwijl de pijl zijn baan in de hemel beschrijft, worden in het verre Italië echter Anselmo Clusis en het houten afgodsbeeld van Artemis op de brandstapel geëxecuteerd. Als bij toverslag gaan Artemis en haar pijl in rook op vlak voor de pijl Johans borst bereikt. Artemis is op onbegrijpelijke wijze verslagen.
Met deze blijde boodschap trekt de Rode Ridder terug naar de burcht van Artemis, waar haar gedwongen dienaren het nieuws met veel plezier aanhoren. De kleine groep vergezelt de ridder naar het dorp waar dit avontuur voor hem begon. Terwijl de meeste dorpelingen de groep van harte welkom heten, knijpen Wladi en zijn makker er stilletjes tussenuit.
Verhaalonderdelen
Personages
- Anselmo Clusis
- Artemis
- Beëindiger
- Beul uit 'De witte waan'
- Brandus
- Fra Danilo
- Georgi
- Monster uit 'De witte waan'
- Yorimoto (vermelding)
- Wladi
- Wolven van Artemis
Locaties
Voorwerpen
Extra informatie
Aanvankelijk werd een cover voorzien waarop Johan door de wolven van Artemis omsingeld werd.
Pas kort voor het uitbrengen van het album werd beslist om de volledige cover te hertekenen en wat vrouwelijk schoon toe te voegen.